ECLI:NL:RBNHO:2023:1148

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 februari 2023
Publicatiedatum
14 februari 2023
Zaaknummer
C/15/331725 / JU RK 22-1372
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking verzoek verlenging ondertoezichtstelling minderjarige door gecertificeerde instelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 6 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De kinderrechter had eerder, op 27 oktober 2022, de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd tot 28 januari 2023. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming (Regio Amsterdam), hierna de GI, had verzocht om de ondertoezichtstelling met twaalf maanden te verlengen. Echter, in brieven van 8 november 2022 en 12 januari 2023 heeft de GI aangegeven haar verzoek tot verlenging in te trekken. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor de rechtbank om op het verzoek te beslissen.

De kinderrechter heeft in deze beschikking vastgesteld dat het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling als ingetrokken moet worden beschouwd. Dit betekent dat de rechtbank niet verder hoeft te oordelen over de verlenging van de ondertoezichtstelling. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. E.L. Grosheide, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. J. Leertouwer, griffier. Belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep in te stellen, indien zij een afschrift van de beschikking hebben ontvangen.

Deze uitspraak benadrukt het belang van de communicatie tussen de GI en de rechtbank, en hoe een intrekking van een verzoek de procedure kan beïnvloeden. De rechtbank heeft in deze zaak de belangen van de minderjarige vooropgesteld en gehandeld in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Haarlem
Zaaknummer: C/15/331725 / JU RK 22-1372
Datum uitspraak: 6 februari 2023
Beschikking intrekking verzoek verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming (Regio Amsterdam),
locatie Amsterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
hierna te noemen: [de minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[belanghebbende 1],
wonende op een voor de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M.J. van der Vlis, te Haarlem,
[belanghebbende 2],
wonende te [plaats] ,
advocaat mr. S.L. Fronik te Haarlem.

1.Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter van 13 oktober 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de brief van de GI van 8 november 2022;
- de brief van de GI van 12 januari 2023;
- de brief, met bijlage, van de GI van 24 januari 2023.

2.De verdere beoordeling

Bij beschikking van 27 oktober 2022 heeft de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verlengd tot 28 januari 2023. De kinderrechter heeft de beslissing over het meer verzochte – de GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling te verlengen met twaalf maanden (vanaf 28 oktober 2022) – aangehouden. In de brieven van 8 november 2022 en 12 januari 2023 geeft de GI aan haar verzoek ten aanzien van het meer verzochte in te trekken. Hierop behoeft daarom niet meer te worden beslist.

3.Beslissing

De rechtbank verstaat het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] als ingetrokken, zodat hierop niet meer behoeft te worden beslist.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.L. Grosheide, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Leertouwer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.