ECLI:NL:RBNHO:2023:11521

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
10643430 WM VERZ 23-1151
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor verkeersgedraging bij groen verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het niet rijden bij een driekleurig verkeerslicht dat op groen stond. De betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 26 september 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, werd als volgt omschreven: het niet optrekken bij een groen verkeerslicht. De betrokkene voerde aan dat hij met normale snelheid optrok en dat hij mogelijk afgeleid was door het instellen van de radio.

De kantonrechter oordeelde dat niet was komen vast te staan dat de gedraging had plaatsgevonden. Er was onduidelijkheid over de tijdsduur van het optrekken bij groen licht, en de kantonrechter kon niet beoordelen of acht seconden als te laat optrekken moest worden beschouwd. Aangezien de gedraging niet was vastgesteld, werd de boete ten onrechte opgelegd. Het beroep werd gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie en de beschikking tot het opleggen van de boete werden vernietigd. De kantonrechter bepaalde dat de officier van justitie het betaalde bedrag aan de betrokkene moest terugbetalen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10643430 WM VERZ 23-1151
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 26 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [Betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: niet rijden bij een driekleurig verkeerslicht dat op groen staat.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene heeft -kort en zakelijk weergegeven- aangevoerd dat hij met normale snelheid optrok zodra hij zag dat het stoplicht groen was. Mogelijk was hij bezig om de radio op een andere zender te zetten. Betrokkene geeft aan dat hij geen tablet of iPad in zijn linker portier had, maar een zwarte map voor notities.
De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Het is onduidelijk wanneer er sprake is van te laat optrekken bij groen licht en de kantonrechter kan niet beoordelen of 8 seconde dan lang of kort is. Nu de gedraging niet vaststaat, is de boete ten onrechte opgelegd. Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: