ECLI:NL:RBNHO:2023:11635

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
17 november 2023
Zaaknummer
10643395 WM VERZ 23-1147
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een vermeende overtreding van verkeersvoorschriften, namelijk het doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 26 september 2023 zijn zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij niet door rood is gereden en dat de verbalisanten, die de overtreding hebben vastgesteld, zich in de tegengestelde richting bevonden, waardoor zij de gedraging niet hebben kunnen waarnemen. De kantonrechter heeft overwogen dat niet is komen vast te staan dat de gedraging daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, omdat onduidelijk is waar de verbalisanten zich bevonden op het moment van de vermeende overtreding.

Gelet op het feit dat de gedraging niet vaststaat, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de boete ten onrechte is opgelegd. Het beroep van betrokkene is gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie, alsook de beschikking waarbij de boete is opgelegd, zijn vernietigd. De kantonrechter heeft bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem dient terug te betalen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10643395 WM VERZ 23-1147
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 26 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [Betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd en ter zitting nader toegelicht. Betrokkene heeft -kort en zakelijk weergegeven- aangevoerd dat hij niet door rood is gereden en dat hij de verbalisanten in de tegengestelde richting zag staan waardoor zij de gedraging niet hebben kunnen zien. De verbalisanten zijn vervolgens omgedraaid om achter betrokkene aan te rijden en hem staande te houden.
De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht, omdat niet duidelijk is waar de verbalisanten stonden. Nu de gedraging niet vaststaat, is de boete ten onrechte opgelegd. Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: