ECLI:NL:RBNHO:2023:11637

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
17 november 2023
Zaaknummer
10643349 WM VERZ 23-1139
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het negeren van een rood verkeerslicht. De betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene het beroep bij de kantonrechter ingediend. Tijdens de zitting op 26 september 2023 heeft de gemachtigde van de betrokkene aangevoerd dat hij niet in staat was de in artikel 11 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) voorgeschreven zekerheid te betalen. De kantonrechter heeft, om praktische redenen, de zekerheid op nihil gesteld, zodat de zaak inhoudelijk kon worden beoordeeld.

De betrokkene heeft betoogd dat hij de boete van € 259,00 niet kan betalen en dat hij op de betreffende dag door het stoplicht reed omdat hij een grote doos moest terugbrengen. Hij stelde dat het stoplicht oranje was op het moment van passeren en dat er geen schade was veroorzaakt. De gemachtigde voegde eraan toe dat de opgelegde verhogingen een poging tot dwang en afpersing waren en dat er geen toestemming was gegeven voor het maken van de flitsfoto, wat een schending van zijn rechten zou zijn.

De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de gedraging voldoende was komen vast te staan op basis van de beschikbare stukken, waaronder de flitsfoto. De betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding gaven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter heeft daarom het beroep ongegrond verklaard en bepaald dat de betrokkene het bedrag van € 259,00 moet voldoen, ondanks de eerder op nihil gestelde zekerheid. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10643349 WM VERZ 23-1139
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 26 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [Betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [Woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : [gemachtigde].

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen.
Betrokkene heeft aangevoerd niet in staat te zijn de in artikel 11 WAHV voorgeschreven zekerheid te betalen. Betrokkene is de gelegenheid gegeven om op de zitting van 26 september 2023 nader te motiveren en te onderbouwen dat zij niet in staat is die zekerheid te betalen.
Uit praktische overwegingen zal de kantonrechter het bedrag van de door betrokkene te stellen zekerheid op nihil stellen zodat hij de zaak kan beoordelen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene heeft aangevoerd dat zij de boete niet kan betalen. Gemachtigde heeft -kort en zakelijk weergegeven- aangevoerd dat hij betrokkene haar auto uitsluitend leent als het niet anders kan. Op de betreffende dag was dat het geval, omdat hij een grote doos moest terugbrengen. Hij houdt zich altijd aan de regels en het stoplicht was oranje toen hij doorreed. Gemachtigde geeft aan dat er geen schade is veroorzaakt, dus het eisen van een bedrag van € 259,00 euro is niet op zijn plaats. De opgelegde verhogingen zijn een poging tot dwang en afpersing. Daarnaast is er geen toestemming verstrekt voor het maken van de flitsfoto, waardoor hij in zijn rechten is geschonden.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name de flitsfoto – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Nu de te stellen zekerheid door de kantonrechter op nihil is gesteld moet betrokkene nog een bedrag van € 259,00 voldoen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ stelt het bedrag van de door betrokkene te betalen zekerheid op nihil;
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ bepaalt dat nu de te stellen zekerheid door de kantonrechter op nihil is gesteld betrokkene nog een bedrag van € 259,00 moet voldoen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: