ECLI:NL:RBNHO:2023:11640

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
17 november 2023
Zaaknummer
10643405 WM VERZ 23-1149
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing officier van justitie inzake boete voor overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie, in de vorm van een boete, opgelegd gekregen voor het overschrijden van de maximumsnelheid op autosnelwegen met 18 km per uur. De officier van justitie verklaarde het beroep van betrokkene niet-ontvankelijk, waarop betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 26 september 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en overwogen dat betrokkene niet in staat was de in artikel 11 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) voorgeschreven zekerheid te betalen. Betrokkene had de gelegenheid om dit nader te motiveren, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De kantonrechter heeft vervolgens het bedrag van de te stellen zekerheid op nihil gesteld om de zaak te kunnen beoordelen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene het beroep bij de officier van justitie te laat had ingesteld, maar dat deze overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar was. De vertegenwoordiger van de officier van justitie verzocht de kantonrechter om het beroep gegrond te verklaren, omdat betrokkene niet toerekeningsvatbaar was. De kantonrechter heeft dit verzoek gehonoreerd en het beroep gegrond verklaard. De beschikking waarbij de boete was opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zijn vernietigd. De uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10643405 WM VERZ 23-1149
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 26 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [Betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 18 km per uur.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene heeft aangevoerd niet in staat te zijn de in artikel 11 WAHV voorgeschreven zekerheid te betalen. Betrokkene is de gelegenheid gegeven om op de zitting van 26 september 2023 nader te motiveren en te onderbouwen dat zij niet in staat is die zekerheid te betalen. Van deze gelegenheid heeft betrokkene geen gebruik gemaakt.
Uit praktische overwegingen zal de kantonrechter het bedrag van de door betrokkene te stellen zekerheid op nihil stellen zodat hij de zaak kan beoordelen.
Betrokkene heeft het beroep bij de officier van justitie te laat ingesteld. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Het beroep is door betrokkene ingesteld op 26 juli 2022, terwijl dat beroep uiterlijk op 1 juni 2020 ontvangen had moeten zijn. Aannemelijk is geworden dat deze overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is in de zin van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft de kantonrechter tijdens de zitting verzocht om het beroep gegrond te verklaren nu voldoende aannemelijk is gemaakt dat betrokkene niet toerekeningsvatbaar was.
De kantonrechter zal het beroep conform het verzoek van de vertegenwoordiger van de officier van justitie gegrond verklaren. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: