ECLI:NL:RBNHO:2023:11726

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 november 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
HAA 23/2700
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake de definitieve beschikking voor het afbetalen van private schulden

Op 23 november 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, wonende te [woonplaats], en het Ministerie van Financiën, Programma DG Herstel, als verweerder. Eiseres heeft op 23 februari 2023 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 17 januari 2023, die betrekking had op de definitieve beschikking voor het afbetalen van private schulden met kenmerk DGH-BOB-[#]. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in het beroepschrift geen gronden heeft vermeld, zoals vereist volgens artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Eiseres is bij aangetekende brief van 19 april 2023 verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. De rechtbank heeft geconstateerd dat deze brief op 20 april 2023 is bezorgd op het kantooradres van de gemachtigde, maar eiseres heeft niet gereageerd.

Aangezien eiseres binnen de gestelde termijn geen gronden heeft ingediend en geen reden heeft gegeven voor dit verzuim, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de partijen. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 23/2700

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 november 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , wonende te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. R.T. Poort),
en

Ministerie van Financiën, Programma DG Herstel, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft bij brief van 23 februari 2023 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 17 januari 2023, inzake de definitieve beschikking voor het afbetalen van private schulden met kenmerk DGH-BOB- [#] .

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiseres heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 19 april 2023 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Nader onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 20 april 2023 is bezorgd op het kantooradres van gemachtigde. Eiseres heeft niet gereageerd.
4. Eiseres heeft binnen de gestelde termijn geen gronden ingediend. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.H. de Soeten, rechter, in aanwezigheid van
C.C.C. Dietvors-Blommaert, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.