Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 7
- de conclusie van antwoord tevens houdende exceptie van onbevoegdheid met producties
2.Het geschil in de hoofdzaak
- een verklaring voor recht dat de tussen partijen gesloten kansspelovereenkomst nietig is of de kansspelovereenkomst te vernietigen met veroordeling van N1 tot betaling van € 170.649,80, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van storting, en/of;
- een verklaring voor recht dat N1 onrechtmatig gehandeld heeft jegens [eiser], althans toerekenbaar jegens [eiser] tekort is geschoten, althans zich schuldig heeft gemaakt aan oneerlijke handelspraktijken en te verklaren voor recht dat N1 verplicht is om de door deze gedragingen geleden schade aan [eiser] te vergoeden, met veroordeling van N1 tot betaling van € 170.649,80 of (subsidiair) N1 te veroordelen tot betaling van meer en/of andere schade, nader op te maken bij staat, en/of;
- een verklaring voor recht dat de kansspelovereenkomst door dwaling aan de zijde van [eiser] tot stand is gekomen en (primair) de kansspelovereenkomst te vernietigen en N1 te veroordelen om de gevolgen ongedaan te maken door betaling van € 170.649,80 aan [eiser], althans (subsidiair) om het door [eiser] geleden nadeel op grond van artikel 6:230 lid 2 BW op te heffen door terugbetaling van geleden verliezen alsook ander nadeel te betalen, en;
- N1 te veroordelen in de proceskosten.
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
- een van de contractanten een consument is die handelt in een kader dat als niet bedrijfs- of beroepsmatig kan worden beschouwd,
- er daadwerkelijk een overeenkomst is gesloten tussen deze consument en een bedrijfs- of beroepsmatig handelende persoon, en,
- deze overeenkomst onder een van de in artikel 17 lid 1 sub a) tot en met c) Brussel I bis bedoelde categorieën valt.
5.De beslissing
29 november 2023voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een mondelinge behandeling.