ECLI:NL:RBNHO:2023:12014

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
HAA 23_6528
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.M. Janse van Mantgem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening handhaving overkapping buurthuis in Den Helder

Op 16 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van de Buurtvereniging [naam 1] uit Den Helder. De zaak betreft de handhaving van een last onder dwangsom die aan de buurtvereniging was opgelegd om een overkapping bij het buurthuis te verwijderen. De last was opgelegd bij een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder op 29 september 2023, dat later werd gewijzigd op 27 oktober 2023. De buurtvereniging heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op zitting behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel verzoekster als verweerder aanwezig waren. Na de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. In de uitspraak is de last onder dwangsom geschorst tot twee weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens is bepaald dat de gemeente Den Helder het griffierecht van € 365,- aan de verzoekster vergoedt en dat verweerder € 1.674,- aan proceskosten aan verzoekster moet betalen.

De voorzieningenrechter heeft in haar beoordeling de belangen van verzoekster, verweerder en een derde-partij tegen elkaar afgewogen. Hoewel de voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente bevoegd was om handhavend op te treden, heeft zij toch aanleiding gezien om een voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit was gebaseerd op de ingrijpendheid van de afbraak van de overkapping en de mogelijke schade aan het hoofdgebouw. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de overkapping alleen gebruikt mag worden voor het stallen van scootmobielen, rollators en (elektrische) fietsen, en dat het hek buiten openingstijden op slot moet worden gedaan om overlast te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 23/6528

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

Buurtvereniging [naam 1] , uit Den Helder, verzoekster

(gemachtigde: mr. P.C.T. Bijveld en M.W. van Nijendaal),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, verweerder
(gemachtigde: M. Scholte en A. van Splunter).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
[naam 2]uit Den Helder (derde-partij)
(gemachtigde: mr. P. van Lingen).

Zitting

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 16 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft namens verzoekster deelgenomen [naam 3] , penningmeester, bijgestaan door voornoemde gemachtigden. Tevens hebben deelgenomen: de gemachtigden van verweerder en de gemachtigde van derde-partij.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De motivering van die uitspraak vermeldt de voorzieningenrechter hierna onder de beslissing.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- schorst het besluit van 29 september 2023, nadien gewijzigd bij besluit van 27 oktober 2023, tot twee weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 365,- aan verzoekster vergoedt;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.674,- aan proceskosten aan verzoekster.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen de aan haar opgelegde last onder dwangsom om voor 30 november 2023 de aanbouw/overkapping aan [buurthuis] gelegen aan de [adres] in Den Helder te verwijderen en verwijderd te houden.
1.1.
De last is aan verzoekster opgelegd bij het bestreden besluit van verweerder van 29 september 2023, nadien gewijzigd bij besluit van 27 oktober 2023. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
1.2.
Verweerder heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Spoedeisend belang
3. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter gevraagd het bestreden besluit te schorsen tot zes weken nadat op het door haar gemaakte bezwaar is beslist. Omdat de aan het bestreden besluit verbonden begunstigingstermijn op 29 november 2023 afloopt, kan verzoekster een spoedeisend belang bij de gevraagde voorlopige voorziening niet worden ontzegd.
Bevoegdheid
4. Verweerder treedt handhavend op omdat verzoekster een overkapping heeft gebouwd en laten staan zonder de daarvoor volgens verweerder benodigde omgevingsvergunning. Verzoekster betwist verweerders bevoegdheid tot handhavend optreden en stelt dat de overkapping vergunningsvrij kon worden opgericht.
4.1
Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een vergunningsvrij bouwwerk omdat de overkapping niet in het achtererfgebied is gerealiseerd. Verzoekster beschikt niet over de benodigde omgevingsvergunning en voor het oordeel dat het besluit waarbij de door verzoekster gevraagde omgevingsvergunning voor de overkapping ten onrechte zou zijn geweigerd, ziet de voorzieningenrechter in hetgeen door verzoekster is aangevoerd vooralsnog geen grond. Nu verzoekster niet over een vergunning beschikt was verweerder naar voorlopig oordeel bevoegd en – bijzondere omstandigheden daargelaten – gehouden om handhavend op te treden tegen de overkapping.
Belangenafweging
5. De voorzieningenrechter ziet in weerwil van het voorgaande toch aanleiding tot het treffen van een voorlopige voorziening. Zij heeft daartoe de belangen van verzoekster, verweerder en derde-partij tegen elkaar afgewogen. De voorzieningenrechter ziet in de ingrijpendheid van de afbraak van de overkapping en de gestelde schade die de afbraak zou kunnen veroorzaken aan het hoofdgebouw aanleiding verzoekster voor de afbraak een langere periode te gunnen dan de thans resterende twee weken. Het belang van derde-partij bij afbraak binnen deze korte termijn is daarbij naar het oordeel van de voorzieningenrechter op dit moment niet zodanig zwaarwegend dat geoordeeld moet worden dat het belang van verzoekster daarvoor zou moeten wijken. De voorzieningenrechter neemt hierbij in aanmerking dat zij ervan uitgaat dat de overlast in de winterperiode van geringer aard en omvang is dan tijdens de zomerperiode.
Omdat onder deze omstandigheden de belangenafweging in het voordeel van verzoekster uitvalt, wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening toe zoals hiervoor onder
Beslissingis bepaald. Daarbij geldt wel dat verzoekster de overkapping alleen mag gebruiken voor het stallen van scootmobielen, rollators en (elektrische)fietsen. Ook wordt van verzoekster verwacht dat zij het hek dat toegang geeft tot het terrein buiten de openingstijden van het buurthuis op slot doet. Dit, ter (verdere) voorkoming van overlast en hinder zoals deze wordt ervaren door derde-partij.
Griffierecht en proceskosten
6. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst moet verweerder het griffierecht aan verzoekster vergoeden. Daarom krijgt verzoekster ook een vergoeding van haar proceskosten. Verweerder moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt verzoekster een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft het verzoekschrift ingediend en aan de zitting deelgenomen. Elke proceshandeling heeft een waarde van € 837,-. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.674,-.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 november 2023 door
mr. J.M. Janse van Mantgem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
mr. P.C. van der Vlugt, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.