Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat zijn vrouw in het bezit is van een gehandicaptenkaart, maar dat deze vergeten was op het dashboard te leggen. Hij betoogde dat de boete buitenproportioneel hoog was, gezien het feit dat hij wel een vergunning had en dat de redelijke beslistermijn in dergelijke zaken vijf maanden bedraagt. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting aangegeven de beslissing niet te handhaven en verzocht om het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat betrokkene voldoende heeft aangetoond dat hij in het bezit was van een geldige gehandicaptenparkeerkaart, maar deze niet op de juiste wijze heeft gebruikt. Daarom heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot € 30,00, met handhaving van de administratiekosten. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de redelijke termijn van berechting in eerste aanleg ten hoogste twee jaar bedraagt. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en de griffier.