ECLI:NL:RBNHO:2023:1208

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 februari 2023
Publicatiedatum
16 februari 2023
Zaaknummer
C/15/336280 / FA RK 23/425
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 13 februari 2023 een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging afgewezen. Het verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een posttraumatische stressstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstig nadeel voor de betrokkene of anderen aanwezig was, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang, maar heeft ook voldoende vertrouwen in de vrijwillige voortzetting van de behandeling door de betrokkene. Dit vertrouwen is gebaseerd op eerdere naleving van afspraken met het ambulante behandelteam, ondanks dat de betrokkene niet op de hoogte was van het lopende zorgmachtigingsverzoek.

De rechtbank oordeelde dat het verlenen van een zorgmachtiging niet doelmatig zou zijn, omdat dit de weerstand van de betrokkene tegen hulpverlening zou verhogen, wat een goede samenwerking met het behandelteam in de weg zou staan. De rechtbank concludeerde dat niet voldaan was aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De beslissing om het verzoek af te wijzen werd openbaar uitgesproken door rechter W.P. van der Haak, met E.B.B.M. van Linden als griffier. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is op 15 februari 2023 vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
AFWIJZING VAN HET VERZOEK TOT HET VERLENEN VAN EEN ZORGMACHTIGING
zaak-/rekestnr.: C/15/336280 / FA RK 23/425
beschikking van de enkelvoudige kamer van 13 februari 2023,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te [adres] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. M. van der Weide, gevestigd te Alkmaar.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 februari 2023, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 20 december 2022;
  • de politiemutaties van 20 december 2022;
  • het zorgplan van 23 januari 2023;
  • de medische verklaring van 30 januari 2023;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 30 januari 2023.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
13 februari 2023, in het gebouw van voornoemde accommodatie.
1.4.
De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • [casemanager] , casemanager;
  • [specialistisch verpleegkundige] , specialistisch verpleegkundige;
  • [mentor] , mentor van betrokkene, alsmede verbonden aan het Leger des Heils.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis; in ieder geval is sprake van een posttraumatische stress stoornis.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept;
  • de algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.
2.3.
De rechtbank heeft voldoende vertrouwen dat betrokkene haar behandeling op vrijwillige basis zal doen voortzetten. Er ligt met betrekking tot betrokkene een uitspraak van de strafrechter waarbij als bijzondere voorwaarde is bepaald dat betrokkene zich zal moeten houden aan de aanwijzingen van het ambulante behandelteam.
Ter zitting is genoegzaam gebleken dat betrokkene de afgelopen maanden haar afspraken met het ambulante behandelteam is nagekomen, ondanks dat zij niet op de hoogte was van het feit dat er een zorgmachtiging liep. Een zorgmachtiging acht de rechtbank niet doelmatig, nu ter zitting genoegzaam is gebleken dat het de weerstand bij betrokkene verhoogt en dit een goede samenwerking met het behandelteam in de weg staat.
2.4.
Gelet op het voorgaande is niet voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

3.Beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging.
Deze beschikking is gegeven door mr. drs. W.P. van der Haak, rechter, in tegenwoordigheid van E.B.B.M. van Linden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 15 februari 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.