Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,570, dan wel € 108,90 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 3 november 2020;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.De beoordeling
(Aircraft rotation, late arrival of aircraft from another flight or previous sector) van 1 uur en 5 minuten. Nu reeds is vastgesteld dat 55 minuten van deze vertraging is ontstaan als gevolg van een buitengewone omstandigheid, werkt deze omstandigheid voor de duur van 55 minuten door naar de onderhavige vlucht.
ATC pre-departure delay’. Het betreft volgens de vervoerder de extra tijd die een toestel door de luchtverkeersleiding bij de gate wordt gehouden om efficiency redenen (o.a. het vermijden van wachtrijen bij de vertrekbaan). De kantonrechter is van oordeel dat de vervoerder door het vluchtrapport te overleggen voldoende heeft onderbouwd dat code 89 voor 11 minuten vertraging heeft gezorgd. Deze omstandigheid vormt een buitengewone omstandigheid, omdat de vervoerder hier geen invloed op heeft kunnen uitoefenen.
Omdat het subsidiair gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief (inclusief btw), zullen de subsidiair gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat de passagier in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kan maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
5.De beslissing
griffierecht € 214,00;
salaris gemachtigde € 264,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;