ECLI:NL:RBNHO:2023:12123

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
10631552 \ WM VERZ 23-454
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens niet-verzekeren van motorrijtuig

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft de zaak behandeld en overwoog dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, in strijd was met artikel 30 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen. De betrokkene voerde aan dat het voertuig per 17 november 2021 naar het buitenland was geëxporteerd en dat hij hiervan melding had gemaakt bij de RDW. De kantonrechter oordeelde echter dat de verantwoordelijkheid voor het afsluiten en in stand houden van de verzekering bij de kentekenhouder ligt, ongeacht of het voertuig daadwerkelijk op de openbare weg werd gebruikt. De betrokkene had moeten zorgen voor een correcte registratie van de export bij de RDW.

De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd, aangezien de betrokkene geregistreerd stond als kentekenhouder ten tijde van de controle. Er was geen aanleiding om de boete te matigen, en het beroep werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10631552 \ WM VERZ 23-454
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 26 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat het voertuig naar het buitenland is geëxporteerd per 17 november 2021. Betrokkene heeft hiervan ook een melding gedaan bij de RDW en begrijpt niet waarom er alsnog in januari 2022 een boete is opgelegd.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter overweegt dat de boete is opgelegd wegens het handelen in strijd met artikel 30 Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen. De kentekenhouder of bestuurder is verantwoordelijk om de vereiste verzekeringen af te sluiten dan wel in stand te houden. De vraag of met het motorrijtuig van de openbare weg gebruik werd gemaakt is niet van belang. De kentekenhouder of eventuele bestuurder is hiervoor verantwoordelijk. Betrokkene had moeten handelen volgens de voorgeschreven richtlijnen en procedures en had zelf moeten controleren of de registratie van de export van het voertuig correct was geregistreerd bij de RDW. Dat betrokkene dit niet heeft gedaan komt voor zijn eigen rekening en risico. Ten tijde van de controle stond betrokkene geregistreerd als kentekenhouder, zodat de boete terecht aan betrokkene is opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: