Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. De betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 26 september 2023 was de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig en handhaafde de beslissing.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging, het niet verzekerd zijn van het voertuig op de relevante datum, voldoende is komen vast te staan. De betrokkene had de verplichting om zich te houden aan de verzekeringsplicht die verbonden is aan de tenaamstelling van het kenteken. De kantonrechter heeft echter ook overwogen dat de betrokkene het voertuig op 14 maart 2022 alsnog heeft verzekerd en dat er voldoende aannemelijk is dat er niet met het voertuig is gereden. Daarom heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot de helft van het oorspronkelijke bedrag.
Daarnaast heeft de kantonrechter de proceskostenvergoeding toegewezen aan de betrokkene, omdat deze gedeeltelijk in het gelijk is gesteld. De totale proceskostenvergoeding is vastgesteld op € 717,00, waarbij de kosten voor de procedure bij de officier van justitie en de kantonrechter zijn gespecificeerd. De uitspraak van de kantonrechter houdt in dat de officier van justitie de boete aanpast en de proceskosten vergoedt aan de betrokkene, die via haar gemachtigde zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau.