ECLI:NL:RBNHO:2023:12124

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
10631556 \ WM VERZ 23-456
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens niet-verzekeren van motorrijtuig met matiging van boete en proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. De betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 26 september 2023 was de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig en handhaafde de beslissing.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging, het niet verzekerd zijn van het voertuig op de relevante datum, voldoende is komen vast te staan. De betrokkene had de verplichting om zich te houden aan de verzekeringsplicht die verbonden is aan de tenaamstelling van het kenteken. De kantonrechter heeft echter ook overwogen dat de betrokkene het voertuig op 14 maart 2022 alsnog heeft verzekerd en dat er voldoende aannemelijk is dat er niet met het voertuig is gereden. Daarom heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot de helft van het oorspronkelijke bedrag.

Daarnaast heeft de kantonrechter de proceskostenvergoeding toegewezen aan de betrokkene, omdat deze gedeeltelijk in het gelijk is gesteld. De totale proceskostenvergoeding is vastgesteld op € 717,00, waarbij de kosten voor de procedure bij de officier van justitie en de kantonrechter zijn gespecificeerd. De uitspraak van de kantonrechter houdt in dat de officier van justitie de boete aanpast en de proceskosten vergoedt aan de betrokkene, die via haar gemachtigde zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaandam
Zaaknummer : 10631556 \ WM VERZ 23-456
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 6 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : M.J.M. Bergers, Boete.nu te Maastricht.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter overweegt dat de gedraging vast staat, omdat het voertuig op de genoemde datum inderdaad niet verzekerd is geweest. Dat betekent dat een boete kon worden opgelegd. Het is aan betrokkene om zich op de hoogte te stellen van de verplichtingen die zijn verbonden aan de tenaamstelling van een kenteken, dat betrokkene niet aan deze verplichting heeft voldaan, komt voor haar rekening en risico. De verzekeringsplicht kan door de kentekenhouder slechts worden opgeheven door het motorrijtuig te schorsen.
Gebleken is dat betrokkene het voertuig op 14 maart 2022 alsnog heeft verzekerd. Mede gelet op het feit dat voldoende aannemelijk is dat er niet met het voertuig is gereden, ziet de kantonrechter wel aanleiding om de boete te matigen tot de helft.
Het verzoek om een proceskostenvergoeding wordt toegewezen, omdat betrokkene gedeeltelijk gelijk krijgt. Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht zullen die kosten worden vastgesteld op een bedrag van in totaal € 717,00. Daarbij is voor de procedure bij de officier van justitie een proceskostenvergoeding bepaald van € 298,50 (1 punt voor het beroepschrift, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 597,00) en voor de procedure bij de kantonrechter een proceskostenvergoeding van € 418,50 (1 punt voor het beroepschrift, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 837,00).

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 200,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene teveel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 717,00 en wijst de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;
‒ bepaalt dat voormeld bedrag aan de gemachtigde van betrokkene zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: