ECLI:NL:RBNHO:2023:12264
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.S. Goedèl
- Rechtspraak.nl
Bepaling van kinderbijdrage in een alimentatiezaak met betrekking tot minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 1 december 2023 uitspraak gedaan in een alimentatiekwestie tussen een vrouw en een man, die samen een minderjarig kind hebben. De vrouw verzocht de rechtbank om te bepalen dat de man een bijdrage van € 250 per maand zou betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun kind, terwijl de man zich op het standpunt stelde dat hij slechts € 100 per maand kon betalen. De rechtbank heeft de procedure in detail behandeld, waarbij verschillende documenten en pleitnotities zijn ingediend door beide partijen. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 november 2023 zijn beide partijen vertegenwoordigd door hun advocaten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man bij het bedrijf van zijn vader werkt, maar dat zijn opgegeven inkomen niet verifieerbaar was zonder aanvullende financiële stukken. De rechtbank heeft daarom de schatting van de vrouw gevolgd. De rechtbank heeft ook gekeken naar de behoefte van het minderjarige kind, die is vastgesteld op € 888 per maand, en de draagkracht van beide ouders. De vrouw heeft een netto besteedbaar inkomen van € 4.005 per maand, terwijl de man, na beoordeling van zijn financiële situatie, een draagkracht van € 434 per maand heeft.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geconcludeerd dat de man met ingang van 1 december 2023 een kinderbijdrage van € 249 per maand aan de vrouw moet betalen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat deze bijdrage jaarlijks van rechtswege zal worden geïndexeerd. De beschikking is gegeven door rechter G.S. Goedèl en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.