In deze zaak vordert de verhuurster, Nassau Bergen B.V., de beëindiging van de huurovereenkomst met de gedaagde, die een restaurant exploiteert in de gehuurde bedrijfsruimte. De verhuurster stelt dat de huurovereenkomst beëindigd moet worden vanwege een noodzakelijke renovatie van het hotel en de gehuurde ruimte, die niet mogelijk is zonder beëindiging van de huur. De kantonrechter oordeelt dat de verhuurster voldoende heeft aangetoond dat er sprake is van duurzaam gebruik en dat de omvang van de renovatie dermate ingrijpend is dat de huurovereenkomst niet kan worden voortgezet. De gedaagde betwist de noodzaak van de renovatie en stelt dat de functie van het gehuurde niet zal wijzigen, maar de rechter volgt deze redenering niet. De vordering van de verhuurster om de huurovereenkomst te beëindigen wordt toegewezen, met als einddatum 31 oktober 2024. De gedaagde wordt veroordeeld om het gehuurde voor deze datum te ontruimen. De verzoeken van de gedaagde om een voorwaarde aan de ontbinding te verbinden en om schadevergoeding worden afgewezen. De zaak wordt verwezen naar een rolzitting voor verdere behandeling van de verhuis- en inrichtingskosten van de gedaagde.