ECLI:NL:RBNHO:2023:12408

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
10544441 WM VERZ 23-918
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor onnodig geluid met motorvoertuig

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een opgelegde administratieve sanctie (boete) voor het veroorzaken van onnodig geluid met een motorvoertuig. De betrokkene, die als bestuurder van een motorvoertuig werd beschuldigd van het veroorzaken van overlast, heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld. De officier van justitie had het beroep ongegrond verklaard, waarna de betrokkene zich tot de kantonrechter wendde.

Tijdens de zitting op 23 augustus 2023 heeft de betrokkene toegelicht dat hij samen met een vriend en drie onbekende motorrijders bij een stoplicht stond. Hij stelde dat er wel geluid werd gemaakt, maar dat er geen overlast was veroorzaakt. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat niet is komen vast te staan dat de betrokkene de gedraging heeft verricht waarvoor de boete was opgelegd. Aangezien de gedraging niet vaststaat, is de boete ten onrechte opgelegd.

De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat de betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem terugbetaalt. De uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10544441 WM VERZ 23-918
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 23 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 23 augustus 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder met een motorvoertuig of als brom- of snorfietser onnodig geluid veroorzaken.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd en ter zitting nader toegelicht. Betrokkene heeft -kort en zakelijk weergegeven- aangevoerd dat hij met een vriend en drie andere, voor hem onbekende, motorrijders bij het stoplicht stond. Betrokkene geeft aan dat er als groep wel motorgeluid is gemaakt, maar dat zij geen overlast hebben veroorzaakt. De drie onbekende motorrijders reden rechtdoor en betrokkene en zijn vriend bleven staan omdat zij een andere kant op moesten. De schuldigen, in betrokkene zijn ogen, waren al weggereden toen de verbalisant de hoek om kwam.
De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Nu de gedraging niet vaststaat, is de boete ten onrechte opgelegd. Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: