Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 23 augustus 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep te laat was ingesteld. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Betrokkene had het beroep op 2 mei 2022 ingesteld, terwijl dit uiterlijk op 25 april 2022 ontvangen had moeten zijn. De kantonrechter oordeelde dat niet aannemelijk was dat de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar was in de zin van artikel 6:11 van de Awb.
Daarom heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de dag van toezending van de uitspraak, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.