ECLI:NL:RBNHO:2023:12430

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
10544460 WM VERZ 23-920
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 23 augustus 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, werd als volgt omschreven: het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Betrokkene betwistte de gedraging en stelde dat hij zich niet kon herinneren dat hij een telefoon had vastgehouden.

De kantonrechter oordeelde dat uit de beschikbare stukken, met name de verklaring van de verbalisant, voldoende bewijs was dat betrokkene de gedraging had verricht. De verbalisant had duidelijk kunnen waarnemen dat betrokkene tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat met de rechterhand vasthield. Betrokkene had onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. De kantonrechter zag ook geen reden om de boete te matigen en verklaarde het beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie
Zaaknummer : 10544460 WM VERZ 23-920
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 23 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).
Het verloop van de procedure
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 23 augustus 2023 Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene heeft -kort en zakelijk weergegeven- aangevoerd dat hij zich niet kan herinneren dat hij een telefoon heeft vastgehouden.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de duidelijke verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De verbalisant kon duidelijk en onbelemmerd in het voertuig kijken en zag dat betrokkene tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat met de rechterhand, ter hoogte van het stuur, vasthield. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: