Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 december 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
De primaire arts en de bezwaarverzekeringsarts hebben het medisch dossier bestudeerd en hebben eiser tijdens het spreekuur en de hoorzitting gesproken en medisch onderzocht. De verzekeringsarts heeft verder de medische informatie bestudeerd die bij de aanvraag was meegezonden. Daarnaast heeft de verzekeringsarts de psychiatrische expertise van 15 februari 2021 van drs. L. Lam en een orthopedische expertise van dezelfde datum drs. R. Veldman bestudeerd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts hiermee zijn medisch oordeel gebaseerd op voldoende medische informatie die actueel was op de datum in geding (11 juli 2021). Naar het oordeel van de rechtbank lag het, gelet op de veelheid aan medische informatie, niet voor de hand om in de bezwaarfase opnieuw medische informatie op te vragen bij eiser of zijn behandelend artsen. Voor de beoordeling van het recht op WIA zijn medische ontwikkelingen van na de datum in geding namelijk niet relevant. De beroepsgrond dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is geweest slaagt dus niet.
“Op alle levensgebieden is structuur weg waardoor hij de afgelopen tijd in de vermijding is geraakt. Het is belangrijk dat dit negatieve patroon doorbroken wordt en dat hij concrete handvatten krijgt om zichzelf weer te activeren en om stap voor stap werken aan een nieuw perspectief, uitgaande van zijn eigen wensen en interesses.”
“Een van de bijlagen, van de revalidatiearts, spreek van forse lijdenslast en deze is voldoende verwerkt in de diverse beperkingen in dynamisch en statische zin. De aangevoerde gronden leveren verder geen medische informatie die aanleiding geven deze oordeelsvorming te herzien.”De door eiser overgelegde medische stukken geven de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan dit oordeel.
“Het gaat hier uitdrukkelijk niet om de gebruikelijke afwisseling in zitten, staan en lopen zoals die al ontstaat bij het scoren op die beoordelingspunten”.
“De heer [eiser] is volgens de verzekeringsarts Bezwaar & Beroep in staat een uur aaneen en 4 uur per dag te zitten (met voldoende vertredingsmogelijkheden uit te breiden tot 6 uur per dag). In de geduide functie wordt 4 uur per dag gewerkt en is sprake van 2 x 60 minuten aaneen en 2 x 30 minuten aaneen zitten per dag. Zoals in mijn voorgaande rapportage aangegeven wordt het zitten in deze functie onderbroken bij het houden van koffie- en theepauzes, vanwege toiletbezoek en om iets te pakken/weg te leggen (het ophalen van printplaten met een wagentje, het wegbrengen van een volle bak of rek naar de soldeermachine). Er is daardoor een afwisseling met zitten welke, na overleg met de verzekeringsarts Bezwaar & Beroep, als voldoende geacht wordt om aan de gestelde voorwaarden te voldoend (lichte vertredingsbehoefte).”Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee voldoende inzichtelijk gemotiveerd dat de belasting van eiser in de functie met SBC-code 111180 niet overschreden wordt.