ECLI:NL:RBNHO:2023:12718

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
10776917 VV EXPL 23-154
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • J.J. van Dijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming wegens huurachterstand in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 december 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], handelende onder de naam [bedrijf], en OSE Infra B.V. De eiser heeft OSE Infra gedagvaard vanwege een aanzienlijke huurachterstand van € 10.638,48, die is ontstaan doordat OSE Infra sinds juli 2022 geen huur meer heeft betaald. Ondanks herhaalde sommaties heeft de gedaagde niet betaald, wat heeft geleid tot de vordering van de eiser om het gehuurde ontruimd te worden.

De mondelinge behandeling vond plaats op 4 december 2023, waarbij OSE Infra niet verschenen is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding op de juiste wijze is betekend, ondanks dat het adres van OSE Infra onbekend was. De eiser heeft verzocht om een spoedprocedure, die is verleend, en de dagvaarding is tijdig betekend.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang, gezien de grote huurachterstand. De vordering van de eiser is toegewezen, waarbij OSE Infra is veroordeeld om het gehuurde te ontruimen en de achterstallige huur te betalen, inclusief bijkomende kosten. De proceskosten zijn voor rekening van OSE Infra, met uitzondering van de kosten voor de extra dagvaarding, die voor rekening van de eiser komen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10776917 VV EXPL 23-154
Uitspraakdatum: 13 december 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[eiser]
handelende onder de naam [bedrijf]
zaakdoende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. O.J. Boeder,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OSE Infra B.V.
gevestigd en kantoor houdende te Almere, gemeente Almere,
gedaagde
verder te noemen: OSE Infra
niet verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft OSE Infra op 23 november 2023 gedagvaard tegen 4 december 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 4 december 2023. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat [eiser] ter toelichting van zijn standpunt naar voren heeft gebracht. Namens Ose Infra is niemand verschenen.
1.3.
De kantonrechter heeft vervolgens vastgesteld dat de betekening van de dagvaarding aan OSE Infra heeft plaatsgevonden door middel van een openbare betekening omdat het huidige adres van OSE Infra niet bekend is. Voor een dergelijke openbare betekening geldt een dagvaardingstermijn van drie maanden, tenzij verlof is verkregen om op verkorte termijn te dagvaarden. Dat is hier niet gevraagd of verkregen. Aan OSE Infra is de gelegenheid geboden om [eiser] opnieuw op te roepen.
1.4.
De gemachtigde van [eiser] heeft vervolgens verlof verzocht om de dagvaarding op verkorte termijn te mogen uitbrengen tegen de zitting op 12 december 2023. Dit verlof is verleend onder voorwaarde dat de dagvaarding zou worden betekend uiterlijk voor 5 december 2023 te 12.00 uur.
1.5.
De dagvaarding is tijdig betekend en ook de publicatie in de Staatscourant heeft op de juiste wijze plaatsgevonden.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft een opslagruimte, gelegen aan de [adres] te [plaats] verhuurd aan OSE Infra tegen een bedrag van thans € 671,83 per maand.
2.2.
OSE Infra heeft een achterstand laten ontstaan in betaling van de huurpenningen. Het openstaande bedrag is momenteel € 10.638,48. Vanaf juli 2022 heeft OSE Infra geen huur meer betaald. Ondanks sommaties is van dit bedrag geen betaling ontvangen.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert – samengevat dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening OSE Infra veroordeelt om het gehuurde te verlaten en te ontruimen, met machtiging aan [eiser] om de ontruiming zonodig te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie. Verder vordert [eiser] dat OSE Infra wordt veroordeeld tot betaling van € 11.549,38 vermeerderd met een bedrag van € 671,83 per maand dat OSE Infra het gehuurde vanaf 31 oktober 2023 in gebruik heeft gehad of nog mocht houden, rente en kosten rechtens.
3.2. .
. [eiser] legt aan de vordering ten grondslag - kort weergegeven - dat OSE Infra onrechtmatig handelt jegens hem door haar betalingsverplichting niet na te komen en dat van hem niet gevergd kan worden dat hij nog langer het genot van het gehuurde blijft verschaffen. Hij benadrukt dat hij zo snel mogelijk in staat gesteld wil worden om verdere huurschade te beperken.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als [eiser] daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, nu het hier gaat om een zeer grote huurachterstand.
4.2.
De vordering wordt toegewezen, omdat deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
4.3.
De proceskosten komen voor rekening van OSE Infra, omdat zij ongelijk krijgt, behalve de betekeningskosten van het dagvaardingsexploot van 5 december 2023, alsmede de daarmee samenhangende advertentiekosten voor publicatie in de Staatscourant, omdat de noodzaak van het moeten betekenen van deze extra dagvaarding een omstandigheid is die in de risicosfeer van [eiser] is gelegen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt OSE Infra om het gehuurde met alle zich daarin van hunnentwege bevindende personen en goederen, voor zover deze laatste niet het eigendom van [eiser] zijn, te verlaten en te ontruimen en met overgifte van de sleutels en hetgeen daartoe verder behoort ter algehele en vrije beschikking van [eiser] te stellen;
5.2.
veroordeelt OSE Infra tot betaling aan [eiser] van de som van € 11.347,88 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 10.638,48 vanaf 24 november 2023 tot de dag van algehele betaling;
5.3.
veroordeelt OSE Infra tot betaling aan [eiser] van de som van € 873,33 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
5.4.
veroordeelt OSE Infra voorts tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 671,83 per maand of gedeelte daarvan dat OSE Infra het gehuurde vanaf 1 december 2023 in gebruik heeft gehad of nog mocht houden;
5.5.
veroordeelt OSE Infra tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 144,50
publicatiekosten € 13,33
griffierecht € 693,00
salaris gemachtigde € 529,00 ;
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. van Dijk, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter