ECLI:NL:RBNHO:2023:13004

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
10131488 \ CV EXPL 22-5894
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid verhuurder voor diefstal uit woning tijdens renovatiewerkzaamheden

In deze zaak heeft [eiser] een vordering ingesteld tegen de stichting Ymere, zijn verhuurder, naar aanleiding van diefstal uit zijn woning tijdens renovatiewerkzaamheden. De kantonrechter heeft op 20 december 2023 uitspraak gedaan. [eiser] huurt sinds 1999 een woning van Ymere en tijdens renovatiewerkzaamheden in juli 2020 zijn er waardevolle spullen, waaronder een wasmachine en televisie, gestolen. [eiser] stelt dat Ymere als verhuurder niet goed heeft gehandeld door de sleutels onvoldoende te beveiligen en dat dit heeft geleid tot de diefstal. Ymere betwist de aansprakelijkheid en stelt dat zij zich als goed verhuurder heeft gedragen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de toedracht van de diefstal niet is komen vast te staan en dat Ymere niet tekort is geschoten in haar verplichtingen. De vordering van [eiser] is afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten. De rechter oordeelt dat het enkele feit dat er een huurovereenkomst bestaat niet automatisch leidt tot aansprakelijkheid van Ymere voor de schade door diefstal.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10131488 \ CV EXPL 22-5894
Uitspraakdatum: 20 december 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [plaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. M. Raaijmakers
tegen
de stichting
Stichting Ymere
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
verder te noemen: Ymere
gemachtigde: mr. F.R.A. Schaaf

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 26 september 2022 een vordering tegen Ymere ingesteld. Ymere heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 23 november 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. Namens Ymere was aanwezig de heer [betrokkene 1], procesmanager bijgestaan door mr. Schaaf. Aan de zijde van Ymere waren tevens aanwezig de heer [betrokkene 2], projectleider bij Dura Vermeer en de heer [betrokkene 3], werkzaam bij verzekeraar Dupi. [eiser] is ter zitting bijgestaan door mr. Raaijmakers. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Ymere heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiser] bij brief van 12 oktober 2023 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[eiser] huurt sinds 13 september 1999 van Ymere de woning aan het adres [adres 1] te [plaats] (hierna: de woning). De woning is een portiekflat in een complex van zes verdiepingen. Er zijn acht woningen per verdieping.
2.2.
Vanaf 2019 is Ymere bezig met projectmatige verbetering van de woningen in het complex waartoe de woning behoort. De bewonerscommissie is bij de planvorming betrokken. De werkzaamheden hebben zowel betrekking op de buitenzijde van het complex als op de binnenzijde van de woningen.
2.3.
In het projectplan uit april 2018 staat:
(…) De planning van het werk (…)De werkzaamheden genoemd onder punt 2 Aanpak binnen uw woning worden in deze 10 dagen uitgevoerd. Het weg halen van de bestaande houten kozijnen en het plaatsen van de nieuwe kunststof kozijnen wordt zo uitgevoerd dat aan het einde van een werkdag het nieuwe kunststofkozijn inclusief het glas geplaatst is. De gevel is dus aan het einde van de dag altijd wind en water dicht. (…)
2.4.
Ymere heeft Dura Vermeer de opdracht gegeven de renovatiewerkzaamheden uit te voeren. Dura Vermeer heeft de werkzaamheden in twee appartementen per verdieping tegelijk (een strang) uitgevoerd, zes verdiepingen boven elkaar. De overige appartementen op de verdieping werden gewoon bewoond.
2.5.
In een nieuwsbrief van mei 2020 over de werkzaamheden staat:
(…) Uit veiligheidsoverweging, vanwege het coronavirus is het niet mogelijk voor de bewoner om in de woning aanwezig te zijn tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. We bieden u een logeerwoning aan voor de periode dat er in uw woning wordt gewerkt. (…)Denkt u er ook aan om uw waardevolle spullen en persoonlijke dingen goed op te bergen zodat die tijdens de uitvoering niet kunnen beschadigen of kwijt raken. (…)
2.6.
Op het mededelingenbord van het complex heeft een overzicht gehangen waarop stond bij welke woningen in welke periode werkzaamheden zouden worden uitgevoerd.
2.7.
In de periode 2 juli 2020 tot en met 23 juli 2020 zijn renovatiewerkzaamheden in de woning uitgevoerd door Dura Vermeer. [eiser] verbleef toen in een logeerwoning.
2.8.
Dura Vermeer maakt gebruik van kluizen voor het opbergen van de sleutels, zodat haar werknemers en onderaannemers toegang kunnen hebben tot de woning waarin wordt gewerkt. Een kluisje wordt met de klep open met vier schroeven door de achterwand bevestigd aan een muur of kozijn. De kluizen zijn voorzien van een cijfercode, bekend bij Dura Vermeer.
2.9.
Op 16 juli 2020 heeft Dura Vermeer geconstateerd dat de sleutelkluizen van [eiser] en de bewoners op [adres 2] waren verdwenen.
2.10.
Ymere heeft [eiser] hiervan op de hoogte gebracht en hem verzocht de woning open te maken, te controleren of spullen missen en zo ja, aangifte te doen bij de politie. Ymere heeft Dura Vermeer verzocht de cilinders van de sloten te vervangen.
2.11.
De sleutelkluis is niet meer teruggevonden.
2.12.
Op 12 augustus 2020 heeft [eiser] aangifte bij de politie gedaan. In het proces-verbaal is opgenomen:
(…) In mijn woning heb ik rond gekeken of ik kon zien of er wat vermist was. Ik zag dat mijn wasmachine van het merk Miele en mijn televisie waren weggenomen. Omdat alle spullen in mijn woning zijn opgestapeld kan ik u niet vertellen welke goederen er allemaal zijn weggenomen. Ik kan wel zien dat er door mijn spullen is gezocht. Ik zie dit omdat er verschillende goederen zijn verplaatst en gevallen. De goederenlijst overhandig ik aan verbalisant als bijlage bij de aangifte.
2.13.
Ymere heeft camerabeelden ter beschikking gesteld aan de politie.
2.14.
Op 10 september 2020 en 2 februari 2021 heeft de gemachtigde van [eiser] Ymere aansprakelijk gesteld voor de geleden schade als gevolg van de diefstal. Ymere heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen.
2.15.
Op 18 januari 2021 heeft de inboedelverzekering van [eiser] geschreven:
(…) Volgens de polisvoorwaarden van de Univé woonverzekering is geen dekking voor deze diefstal. Volgens artikel 6.1 van het woonreglement is er geen dekking voor diefstal ten tijde van een woning die niet bewoond wordt en wordt verbouwd. Er staat in het reglement: ‘van bouw of verbouwing is altijd sprake als uw woning voor een deel of helemaal niet volledig glas-, wind- en waterdicht is of niet is voorzien van sloten/afsluitingen, verwarming, watervoorziening, sanitair of van een keuken die u kunt gebruiken’. Hier is in dit geval sprake van. (…)

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter voor recht verklaart dat Ymere schadeplichtig is met veroordeling in de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Ymere geen goed verhuurderschap heeft getoond dan wel dat Ymere als zaakwaarnemer onzorgvuldig heeft gehandeld. [eiser] heeft zijn sleutels in beheer gegeven aan Ymere en Ymere heeft nagelaten die sleutels voldoende te beveiligen. De sleutels zouden alleen tussen 7.30 – 16.00 in de sleutelkluizen zijn, daarna zouden zij elders veiliger worden opgeborgen. Ymere heeft zichtbaar aangegeven wanneer de werkzaamheden werden uitgevoerd, zodat kwaadwillenden precies wisten wanneer er niemand in de woning was. Hierdoor hebben daders (makkelijk) toegang gekregen tot de sleutels en vervolgens toegang tot de woning.

4.Het verweer

4.1.
Ymere betwist de vordering. Ymere betwist dat zij aansprakelijk is voor de gestelde schade. Zij heeft zich met betrekking tot de werkzaamheden als goed verhuurder gedragen en is niet tekort geschoten in haar verplichtingen. De wijze waarop haar aannemer omging met de sleutels van de woningen, is gebruikelijk en de gestelde schade was niet voorzienbaar. Overigens is de toedracht van de diefstal niet komen vast te staan, zodat het causaal verband tussen de gestelde tekortkoming van Ymere en de schade evenmin vast staat. De gestelde schade is verder onvoldoende onderbouwd en ook niet aannemelijk. Daarnaast heeft [eiser] een eigen verantwoordelijkheid om voor inboedelverzekering zorg te dragen.
4.2.
Op de verdere standpunten van partijen wordt in het hiernavolgende ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
[eiser] vordert vergoeding van schade die hij heeft geleden als gevolg van diefstal uit zijn woning. Uitgangspunt is dat die schade voor zijn eigen rekening komt, tenzij een ander op grond van de wet of een overeenkomst daarvoor aansprakelijk is. Het enkele feit dat tussen hem en Ymere een huurovereenkomst bestaat met betrekking tot de woning waar de diefstal heeft plaatsgevonden, maakt niet dat Ymere daarvoor aansprakelijk is.
5.2.
[eiser] heeft zijn vordering gebaseerd op handelen in strijd met goed verhuurderschap en op zaakwaarneming. [eiser] heeft zijn beroep op zaakwaarneming echter niet verder toegelicht of onderbouwd zodat zijn vordering op deze grond niet kan worden toegewezen. Overigens veronderstelt zaakwaarneming dat er voor het inlaten met de behartiging van eens anders belang geen bevoegdheid krachtens een rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding bestaat (zie artikel 6:198 BW). Zonder enige verdere toelichting die hier ontbreekt, moet er van uit worden gegaan dat alleen al aan die eis niet is voldaan. Tussen partijen bestaat immers een huurovereenkomst en juist op grond daarvan wordt Ymere door [eiser] aangesproken.
5.3.
Resteert het beroep van [eiser] op goed verhuurderschap. Volgens [eiser] is Ymere daarin te kort geschoten omdat:
- de sleutel van zijn woning zich dag en nacht bevond in een aan de buitenzijde van de woning bevestigde sleutelkluis;
- op posters in de hal van het complex werd aangekondigd waar en wanneer de werkzaamheden werden uitgevoerd.
- de toegangsdeuren van het complex de gehele dag open waren en het complex vrij toegankelijk was voor derden.
Anders dan [eiser] betoogt, kan dit niet leiden tot aansprakelijkheid van Ymere voor de door hem gestelde schade wegens diefstal.
5.4.
Ten eerste is de toedracht van de diefstal en dus de schade niet komen vast te staan. Dat de diefstal verband houdt met het verdwijnen van de sleutelkluis, ligt weliswaar voor de hand, maar staat niet vast. De sleutelkluis is nooit teruggevonden en niet is duidelijk geworden wat er op de camerabeelden die aan de politie zijn overhandigd, te zien is. De aard van de verdwenen goederen (waaronder een wasmachine en een kluis van circa 140 kilogram) roept daarbij vragen op over de diefstal, mede gelet op het feit dat de meerdere appartementen op de galerij ten tijde van de diefstal bewoond waren en de centrale toegangshal in ieder geval ’s nachts voor derden afgesloten is. Verder is gesteld noch gebleken dat goederen uit de woning op [adres 2], waarvan ook de sleutelkluis was verdwenen, zijn gestolen. Daarnaast heeft Ymere onbetwist aangevoerd dat er meerdere sleutels van de woning zijn en dat niet al die exemplaren zich in de sleutelkluis bevonden. Er zijn voor wat betreft de toedracht van de diefstal dus ook andere scenario’s mogelijk.
5.5.
Ten tweede geldt dat voor zover er van uit moet worden gegaan dat de diefstal heeft kunnen plaatsvinden met de sleutel uit de verdwenen sleutelkluis, de door [eiser] aangedragen omstandigheden niet kunnen leiden tot de conclusie dat Ymere zich niet als goed verhuurder heeft gedragen. Dura Vermeer (en dus niet Ymere) heeft gekozen voor het gebruiken van een sleutelkluis omdat diverse werknemers en onderaannemers werkzaamheden in de woningen moesten verrichten. De ervaring van Dura Vermeer is dat dit een veilige en gebruikelijke manier is om sleutels beschikbaar te hebben voor verschillende werknemers en onderaannemers. Na afloop van de werkzaamheden werd de woning weer afgesloten en werd de sleutel weer in de sleutelkluis teruggelegd. Aan het einde van de werkdag werden alle woningen nog nagelopen, opgeruimd en – indien nodig – afgesloten door Dura Vermeer. Deze werkwijze is op voorhand met de bewoners besproken en hier is geen bezwaar tegen gemaakt. De sleutelkluisjes zijn met vier schroeven aan de muur bevestigd en die schroeven zijn alleen te bereiken door met de toegangscode de klep van het kluisje te openen. Dat het sleutelkluisje zou worden verwijderd en dat met de daarin geplaatste sleutel een diefstal als de onderhavige zou plaatsvinden was voor Dura Vermeer en Ymere niet voorzienbaar. Informatie over de werkzaamheden werden in de mededelingenkast opgehangen: die informatie was alleen zichtbaar voor bewoners omdat de hal waarin de mededelingenkast hangt, is afgesloten voor derden.
5.6.
De hiervoor beschreven gang van zaken en de rol die Ymere daarin had, is niet zodanig dat op grond daarvan geconcludeerd kan worden dat Ymere en de door haar ingeschakelde aannemer in de gegeven omstandigheden anders hadden moeten handelen.
5.7.
Daarnaast heeft [eiser] zijn stelling dat de sleutels zich enkel tussen 7.30 uur en 16.00 uur in de sleutelkluis zouden bevinden en in de nacht in een andere kluis zouden worden opgeborgen, niet onderbouwd. [eiser] heeft geen stukken in het geding gebracht waaruit blijkt dat Ymere de betreffende tijden gecommuniceerd heeft. Dat [eiser] heeft verondersteld dat dit het geval zou zijn, blijft voor zijn rekening.
5.8.
Verder is de stelling van [eiser], dat de deuren de hele dag open stonden en de woning de gehele tijd toegankelijk is geweest voor derden, door Ymere gemotiveerd betwist. Het is niet vast komen te staan dat de toegangsdeuren van het complex zelf en/of de deur van de woning de gehele tijd open waren en kwaadwillenden zich hierdoor makkelijk toegang tot de woning konden verschaffen.
5.9.
Tot slot is de stelling van [eiser], dat derden via de opgehangen posters precies wisten welk appartement aan de beurt was en dat de sleutels van de woning in een kluisje aan de muur te vinden was, gemotiveerd betwist door Ymere. De informatie over de werkzaamheden hing het mededelingenbord in een ruimte die niet algemeen toegankelijk is voor derden.
5.10.
Hoe vervelend de situatie voor [eiser] ook is, uit het voorgaande blijkt dat Ymere niet heeft gehandeld in strijd met goed verhuurderschap. De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiser] zal afwijzen.
5.11.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser], omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Ymere worden vastgesteld op een bedrag van € 264,00 aan salaris van de gemachtigde van Ymere;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter