ECLI:NL:RBNHO:2023:13222

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
10755572 \ CV EXPL 23-6795
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake ambtshalve toetsing van algemene voorwaarden in consumentenovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 6 december 2023 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de Open Universiteit, vertegenwoordigd door Syncasso Gerechtsdeurwaarders, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft de gedaagde gedagvaard, waarop verstek is verleend. De kantonrechter heeft ambtshalve de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van de Open Universiteit beoordeeld, met name de inschrijvingsvoorwaarden, en of deze voorwaarden oneerlijke bedingen bevatten in de zin van de Richtlijn 93/13/EEG en artikel 6:233 BW. De kantonrechter benadrukt dat het zijn taak is om te toetsen of de bedingen in de algemene voorwaarden de consument oneerlijk benadelen, zelfs als de eisende partij zich beroept op wettelijke bepalingen.

De kantonrechter heeft specifiek gekeken naar artikel 8d van de algemene voorwaarden, dat betrekking heeft op buitengerechtelijke incassokosten. Dit artikel stelt dat bij niet-tijdige betaling de openstaande vordering direct opeisbaar is en dat de incassokosten voor rekening van de consument komen. De kantonrechter oordeelt dat dit beding mogelijk oneerlijk is, omdat het niet in overeenstemming is met de wettelijke regeling die voorschrijft dat incassokosten pas na een bepaalde termijn verschuldigd zijn. De kantonrechter is voornemens om dit beding te vernietigen en geeft de eisende partij de gelegenheid om zich hierover uit te laten. De zaak wordt aangehouden voor verdere beslissingen, met een verwijzing naar de rol op 3 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10755572 \ CV EXPL 23-6795
Uitspraakdatum: 6 december 2023
Tussenvonnis in de zaak van:
het publiekrechtelijk lichaam Open Universiteit
te Heerlen
de eisende partij
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

Ambtshalve toetsing van algemene voorwaarden: Inschrijvingsvoorwaarden van de Open Universiteit
2.1.
De kantonrechter moet ambtshalve beoordelen of op de overeenkomst met de gedaagde partij algemene voorwaarden van toepassing zijn en zo ja, of daarin geen bedingen zijn opgenomen die oneerlijk zijn ten opzichte van een consument, in de zin van artikel 3 van de
Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn). Dit artikel is in het Nederlandse recht tot uitdrukking gebracht in artikel 6:233 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW), waarin kort gezegd is bepaald dat een beding dat onredelijk bezwarend is, vernietigbaar is.
2.2.
De kantonrechter moet in dit verband beoordelen of bedingen, waaraan een consument gebonden is zonder dat daarover afzonderlijk is onderhandeld, in strijd met de goede trouw het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoren. In dat geval moet de kantonrechter daar consequenties aan verbinden, met de bedoeling dat de consument erop kan vertrouwen dat de ‘kleine lettertjes’ niet oneerlijk voor hem uitpakken – en dat hij wordt beschermd als hij zijn handtekening heeft gezet onder een overeenkomst waarin oneerlijke bedingen blijken te zijn opgenomen.
2.3.
De kantonrechter voegt hier nog aan toe dat het gaat om een beoordeling van de bedongen afspraken, die de rechten en plichten van partijen over en weer vastleggen en waar de consument door het sluiten van de overeenkomst contractueel aan kan worden gehouden. Of de eisende partij de consument ook daadwerkelijk aan die afspraken houdt, of in de praktijk alleen naleving van wettelijke bepalingen verlangt, is in dit verband niet relevant. De omstandigheid dat een eisende partij alleen een beroep doet op wettelijke bepalingen ontslaat de kantonrechter namelijk niet van de verplichting om ambtshalve te toetsen. In dat laatste geval heeft de eisende partij ook geen recht op de gevorderde wettelijke vergoeding. [1] Dat geldt voor de gevorderde hoofdsom, maar ook voor bijkomende vorderingen, zoals de gevorderde vergoedingen voor gemaakte buitengerechtelijke incassokosten of rente.
2.4.
Samenvattend moet de kantonrechter in iedere procedure over ieder onderdeel van de vordering beoordelen of daarover in de algemene voorwaarden afspraken zijn gemaakt en of die afspraken al dan niet eerlijk zijn ten opzichte van de consument. Als de kantonrechter oordeelt dat een contractuele afspraak niet eerlijk is, moet het beding worden vernietigd en moet de vordering op dat onderdeel worden afgewezen (ook als de eisende partij in de procedure een beroep doet op wettelijke bepalingen in plaats van op die contractuele afspraak).
Buitengerechtelijke incassokosten
2.5.
De eisende partij maakt aanspraak op vergoeding van gemaakte buitengerechtelijke incassokosten. In artikel 8d van de algemene voorwaarden is daarover een beding opgenomen. De kantonrechter moet dus beoordelen of het genoemde artikel in de algemene voorwaarden oneerlijk is ten opzichte van de gedaagde partij.
2.6.
Artikel 8d luidt als volgt:

Indien bij (termijn)betaling enige financiële verplichting op grond van deze voorwaarden niet of niet op tijd wordt voldaan dan wordt de openstaande vordering in zijn geheel direct opeisbaar. Indien de aldus ontstane vordering wordt overgedragen ter incasso komen de daarvoor te maken kosten voor rekening van degene die niet of niet op tijd aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan.
2.7.
De bedongen vergoeding als bedoeld in voornoemd artikel is niet begrensd in omvang en daarmee mogelijk hoger dan de vergoeding conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Bovendien zijn volgens de tekst van het beding de incassokosten al verschuldigd zodra de consument in verzuim is, terwijl de wettekst voorschrijft dat de incassokosten pas ná het verstrijken van de in de veertiendagenbrief genoemde termijn verschuldigd worden. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat artikel 8d van de algemene voorwaarden daardoor aanzienlijk ten nadele van consumenten afwijkt van de wettelijke regeling over de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.
2.8.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter voornemens om het beding te vernietigen vanwege het oneerlijke karakter. De eisende partij krijgt de gelegenheid om zich hierover uit te laten.
2.9.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
3. De beslissing
De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak naar de rol van
woensdag 3 januari 2024 om 10:00 uurom bij akte aan de zijde van de eisende partij de stellingen in de dagvaarding nader toe te lichten door de inlichtingen te verstrekken zoals hiervoor is overwogen;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Dat volgt uit arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 27 januari 2021 (ECLI:EU:C:2021:68) en 8 december 2022 (ECLI:EU:C:2022:971).