ECLI:NL:RBNHO:2023:1352

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 maart 2023
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
10191570 \ EJ VERZ 22-13
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vervanging van mandelige balkonafscheiding en bijdrage in herstelkosten

In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats 1], een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, met het verzoek om een regeling te treffen voor de vervanging van de mandelige balkonafscheiding die hij deelt met verweerster, wonende te [woonplaats 2]. Verzoeker heeft last van lekkage in zijn slaapkamer, die hij toeschrijft aan de staat van de balkonafscheiding. Ondanks eerdere werkzaamheden en onderzoeken door verschillende bedrijven, waaronder Installatie- en Loodgietersbedrijf J&P B.V. en Top Expertise B.V., is de oorzaak van de lekkage niet definitief vastgesteld, maar wordt de balkonafscheiding wel als mogelijke oorzaak genoemd. Verzoeker heeft verzocht om een regeling waarbij verweerster voor de helft bijdraagt in de kosten van vervanging, en om veroordeling in de proceskosten.

Verweerster heeft zich verweerd door te stellen dat niet vaststaat dat de balkonafscheiding de oorzaak van de lekkage is en dat er eerst verder onderzoek nodig is voordat herstelwerkzaamheden kunnen plaatsvinden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de balkonafscheiding mandelig is en dat op basis van het Burgerlijk Wetboek de kosten voor onderhoud en vervanging door alle mede-eigenaren gedragen moeten worden. De rechter heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs is dat de balkonafscheiding vervangen moet worden en dat verweerster moet bijdragen aan de kosten, die zijn vastgesteld op maximaal € 8.000,-. De kantonrechter heeft het verzoek van verzoeker toegewezen en verweerster veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat verweerster moet toestaan dat de balkonafscheiding wordt vervangen en dat zij voor de helft bijdraagt aan de kosten. De proceskosten komen voor rekening van verweerster, omdat zij ongelijk heeft gekregen in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./repnr.: 10191570 \ EJ VERZ 22-13
Uitspraakdatum: 2 maart 2023
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [woonplaats 1]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. W.J.M. Bruurmijn
tegen
[verweerster]
wonende te [woonplaats 2]
verwerende partij
verder te noemen: [verweerster]
gemachtigde: mr. J.C.I. Veerman

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoekschrift ingediend, ter griffie ingekomen op 21 november 2022. [verweerster] heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 3 februari 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [verzoeker] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn elkaars buren en delen een inpandig balkon. Op de erfgrens hiervan staat een afscheiding (hierna te noemen: ‘de balkonafscheiding’) die bestaat uit een “muurtje” waarop een ondoorzichtig scherm is aangebracht.
2.2.
Sinds 2012 heeft [verzoeker] last van lekkage in de slaapkamer. Teneinde deze lekkage te verhelpen heeft [verzoeker] tussen 2012 en 2018 diverse werkzaamheden uit laten voeren, maar deze hebben de lekkage niet verholpen..
2.3.
Op 22 januari 2021 heeft Installatie- en Loodgietersbedrijf J&P B.V. (hierna: J&P) een opening gemaakt in het dakschot om met een endoscoop de oorzaak van de lekkage te achterhalen. In de nadien door J&P aan [verzoeker] verstuurde brief deelt zij het volgende mede.
‘Naar aanleiding van ons werkbezoek op d.d. 22 januari 2021, hebben wij geconstateerd dat de lekkage afkomstig is van het tussen scherm van nummer 39-40.
De lekkage komt voornamelijk omdat er bij nummer 40 geen goede afdichting is, tussen het scherm en de borstwering.
Bij nummer 39 zitten er “glaslatten” dit is niet het geval bij nummer 40, waardoor het water met bepaalde wind en regen er tussen dringt.’
2.4.
In opdracht van de verzekeraar van [verzoeker] is onderzoek gedaan naar de lekkages. In het rapport van 11 maart 2021 staat hierover:
Sinds 2017 openbaart zich waterschade op een muur en het plafond in de slaapkamer op de eerste etage van de woning van uw verzekerde. Verzekerde is vanaf het begin op zoek gegaan naar de oorzaak van de lekkage. Een loodgieter heeft in opdracht van verzekerde het lood op het dak aangepast, het dak onder water gezet en de dakvorsten nagekeken, maar dat heeft de lekkage niet verholpen. Uiteindelijk heeft de heer G. een groot gat in de slaapkamermuur gemaakt om te zien waar het water vandaan kwam. Men kon via dat gat zien dat het water vanaf het balkon op de derde etage de spouwmuur instroomde. Vervolgens heeft men de balkonafscheiding belast met water. Op dat moment zag men het water via de loodranden van de balkonafscheiding een lager gelegen dak instromen. De dakpannen waren voor de gelegenheid opzij geschoven. Via het dakbeschot kon het water de slaapkamermuur instromen. (…)Eigen bevindingen expertTijdens ons bezoek heeft de buurman het onderzoekstraject getoond. Het schadebeeld komt overeen met de toedracht die ons medegedeeld en getoond werd.De verzekeraar van [verzoeker] heeft de totale schade geraamd op € 15.170,23, waaronder € 7.349,79 aan herstelkosten oorzaak, te weten vervanging van balkonafscheiding. De verzekeraar heeft de gevolgschade wel aan [verzoeker] vergoed, maar niet de kosten van vervanging van de balkonafscheiding.
2.5.
Nadat [verzoeker] [verweerster] aansprakelijk had gesteld voor de schade die hij als gevolg van de lekkage had geleden en [verweerster] aansprakelijkheid van de hand had gewezen, heeft [verzoeker] de firma Top Expertise B.V. (hierna: TOP) opnieuw onderzoek laten doen naar de oorzaak van de lekkage. TOP heeft de woning van [verzoeker] op 22 november 2021 bekeken en haar bevindingen vervolgens in een rapport vastgelegd. In dit rapport is het volgende vermeld.
‘De mogelijke oorzaken van de lekkage zijn een gevolg van:
Waterindringing via nokvorsten/dakpannen onder het platte dak door.
Waterindringing via het platte dak, over de bitumineuze opstand, via de schuindakconstructie, langs de schuine betonwand, via de betonvloer in de binnenmuur.
Waterindringing langs dakrand/boeideel, achter het hout, tussen de balkonkozijnen, door, langs de schuine betonwand, via de betonvloer in de binnenmuur
Hemelwater achter het hout tussen de balkonkozijnen, langs de schuine betonwand, via de betonvloer in de binnenmuur.
Waterindringing via het kozijn van de balkonscheiding, op de betonwand, via de betonvloer in de binnenmuur.
Water via, het lood/hekwerk op de buitengevelopstand, op de betonvloer en in de binnenmuur.
Hemelwater via de dakbedekking en/of over de opstand, op de betonvloer en naar de binnenmuur.
Als gevolg van het feit dat er, bij beide buren, geen zichtbare lekkages aan hoge schuine dak en plat dak/verlaagd plafond hebben plaatsgevonden, sluiten wij mogelijkheden a t/m c uit.
Voor een definitieve bepaling van de oorzaak zou er aanvullend destructief onderzoek moeten plaatsvinden.
(…)
Tevens hebben wij meegedeeld dat de gezamenlijke balkomafscheiding sowieso vervangen dient te worden.
In het rapport zijn de herstelkosten geraamd op € 8.349,- inclusief btw.
2.6.
[verzoeker] heeft vervolgens een offerte voor het vervangen van de balkonafscheiding opgevraagd bij J&P Uit deze offerte volgt dat de kosten voor het vervangen € 7.550,00 exclusief btw bedragen.
2.7.
Partijen hebben tot op heden geen overeenstemming kunnen bereiken over het herstellen van de balkonafscheiding.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter, kort weergegeven, een regeling te treffen inhoudende het vervangen van de mandelige balkonafscheiding. Daarnaast verzoekt [verzoeker] de kantonrechter te bepalen dat [verweerster] voor de helft bij dient te dragen in kosten van het herstel. Verder verzoekt [verzoeker] de kantonrechter [verweerster] te veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente. Tot slot verzoekt [verzoeker] de kantonrechter een dag en tijdstip te bepalen waarop de behandeling van het verzoek zal plaatsvinden, op verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat [verweerster] in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen.
3.2.
[verzoeker] legt aan zijn verzoek ten grondslag dat de balkomafscheiding mandelig is. Op grond van art. 5:56 Burgerlijk Wetboek (BW) moeten mandelige zaken op kosten van alle mede-eigenaars worden onderhouden en - zo nodig – worden vernieuwd. Omdat partijen geen overeenstemming hebben weten te bereiken over het vervangen / herstellen van de balkonafscheiding en vervanging of herstel wel noodzakelijk is, verzoekt [verzoeker] de kantonrechter een regeling op te leggen
3.3.
[verweerster] verweert zich tegen het verzoek. Zij voert aan dat onvoldoende vaststaat dat de balkonafscheiding de oorzaak is van de lekkage in de woning van [verzoeker] en dat het door [verzoeker] gewenste herstel gaat leiden tot een oplossing voor de lekkage. Omdat de oorzaak van de lekkage niet vaststaat, moet eerst verder onderzoek worden gedaan. Zolang dit niet is gebeurd, is het voorbarig om herstelwerkzaamheden, die kostbaar zijn, uit te voeren.
Bovendien kan [verzoeker] handelingen die dienen tot gewoon onderhoud of behoud van de een gemeenschappelijk goed of die geen uitstel kunnen leiden, zelf laten uitvoeren en heeft hij daarvoor de medewerking van [verweerster] niet nodig. Het is dan ook niet nodig dat de kantonrechter een regeling vaststelt.

4.De beoordeling

4.1.
Vaststaat dat de afscheiding tussen het balkon van [verzoeker] en [verweerster] mandelig is. Voor mandelige zaken geldt op basis van art. 5:54 BW dat deze zaken op kosten van alle mede-eigenaars moeten worden onderhouden, gereinigd en, indien nodig, vernieuwd. Verder geldt ingevolge art. 3:168 BW dat de deelgenoten het genot, gebruik en beheer van gemeenschappelijke goederen bij overeenkomst kunnen regelen. Ontbreekt een dergelijke overeenkomst, dan kan de kantonrechter op verzoek van de meest gerede partij een zodanige regeling treffen. De kantonrechter moet volgens de laatste volzin van genoemd artikel naar billijkheid rekening houden met de belangen van partijen alsook met het algemeen belang.
4.2.
Uit de overlegede stukken volgt dat partijen al geruime tijd met elkaar in overleg zijn over het vervangen van de balkonafscheiding omdat deze volgens [verzoeker] de oorzaak is van de lekkage, hetgeen volgens [verweerster] niet vast staat. Omdat partijen zelf geen overeenkomst hebben weten te sluiten, is de kantonrechter op grond van art. 3:168 lid 2 BW bevoegd een regeling te treffen. Aan het verweer van [verweerster] dat [verzoeker] op grond van art. 3:170 BW noodzakelijke werkzaamheden kan laten verrichten en het dus niet nodig is dat de kantonrechter een regeling vaststelt, gaat de kantonrechter voorbij. De noodzaak om werkzaamheden te verrichten moet niet te snel moet worden aangenomen en hiervan is pas sprake van als er een reëel gevaar is voor ernstige schade, en een beslissing van de rechter niet kan worden afgewacht. Daarvan is in dit geval geen sprake, zodat [verweerster] deze bepaling niet aan [verzoeker] kan tegenwerpen.
4.3.
Ter onderbouwing van zijn standpunt dat de huidige balkonafscheiding de oorzaak is van de lekkage heeft [verzoeker] verwezen naar het verslag van J&P en het rapport van TOP Uit het verslag van J&P volgt dat de lekkage voornamelijk wordt veroorzaakt door het ontbreken van een goede afdichting tussen het scherm en de borstwering, waardoor het water er met een bepaalde wind en regen tussen dringt. Uit dit verslag (en het rapport van de verzekeraar) volgt dat J&P uitvoerig onderzoek heeft gedaan, onder meer door het balkon met water te belasten. Volgens de verzekeraar kwam het schadebeeld overeen met de getoonde oorzaak. Hoewel uit het rapport van TOP volgt dat de precieze oorzaak van de lekkage niet vast staat, noemt zij de balkonafscheiding wel als één van de mogelijke oorzaken van de lekkage. Daar komt bij dat TOP in haar rapport opmerkt dat de balkonafscheiding hoe dan ook vervangen moet worden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] toegelicht dat het door TOP genoemde destructieve onderzoek eveneens zal leiden tot het vervangen van de balkonafscheiding. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat uit de hiervoor genoemde stukken voldoende volgt dat de lekkage veroorzaakt wordt door de huidige staat van de balkonafscheiding en dat deze vervangen moet worden. In het licht hiervan had het op de weg van [verweerster] gelegen om haar enkele verweer dat onvoldoende vast staat dat de balkonafscheiding de oorzaak is van de lekkage, nader te onderbouwen hetgeen zij heeft nagelaten. Omdat ook volgens TOP de balkonafscheiding hoe dan ook moet worden vernieuwd, gaat de kantonrechter voorbij aan het verweer van [verweerster] dat eerst nog nader onderzoek moet worden verricht.
4.4.
De conclusie is dan ook dat het verzoek van [verzoeker] wordt toegewezen. Dat [verweerster] door het vervangen van de balkonafscheiding geconfronteerd wordt met aanzienlijk hoge kosten, kan hieraan niet afdoen. Omdat het om een mandelige zaak gaat dienen beide partijen voor een gelijk deel bij te dragen in de kosten van herstel. Het hiervoor door J&P geoffreerde bedrag is weliswaar hoog, maar sluit wel aan op hetgeen TOP hiervoor had ingeschat. [verweerster] heeft ook geen alternatieve offertes overgelegd waaruit blijkt dat dezelfde werkzaamheden ook tegen een lager bedrag kunnen plaatsvinden. Gelet hierop gaat de kantonrechter voorbij aan het betoog van [verweerster] dat de kosten te hoog zijn, met dien verstande dat aan de toewijzing van het verzoek de voorwaarde wordt verbonden dat de totale kosten voor het vervangen van de balkonafscheiding niet hoger mogen zijn dan € 8.000,-. Uiteraard hoeft [verweerster] uitsluitend bij te dragen aan de kosten van vervanging van de (mandelige) balkonafscheiding en niet aan de kosten van de verdere werkzaamheden aan de woning en het deel van het balkon van [verzoeker] .
4.5.
De door [verzoeker] gevorderde dwangsom zal worden afgewezen. Blijkens het verzoekschrift heeft [verzoeker] een dwangsom gevorderd die ziet op het bepalen van een mondelinge behandeling. Indien en voor zover het de bedoeling van [verzoeker] was om de dwangsom te verbinden aan medewerking van [verzoeker] aan de gevorderde regeling voor de balkonafscheiding, gaat de kantonrechter daaraan voorbij. Zo staat dat immers niet in het verzoek en [verweerster] heeft daar ook geen verweer tegen gevoerd.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van [verweerster] , omdat zij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzoek toe en beveelt dat [verweerster] te gehengen en gedogen dat de mandelige balkonafscheiding wordt vervangen en beveelt [verweerster] om voor de helft bij te dragen in de daarmee gepaard gaande kosten (met een maximum van € 8.000,- voor het geheel, dus € 4.000,- voor [verweerster] );
5.2.
veroordeelt [verweerster] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] tot en met vandaag vaststelt op:
griffierecht € 86,00
salaris gemachtigde € 528,00 ;
5.3.
wijst het anders of meer verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.