Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft betrokkene verzet ingesteld tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel dat was uitgevaardigd door de officier van justitie van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden. De betrokkene heeft niet tijdig verzet aangetekend, aangezien het verzetschrift pas op 31 oktober 2022 is ontvangen, terwijl de termijn voor indiening op 21 maart 2022 eindigde. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 3 mei 2023, waarbij betrokkene niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door mevrouw S. Kort van het CJIB.
De kantonrechter overweegt dat een dwangbevel rechtsgeldig kan worden uitgevaardigd als de beschikking waarbij de administratieve sanctie is opgelegd, onherroepelijk is geworden. In dit geval was de beschikking aan betrokkene verzonden en was er geen beroep ingesteld tegen de daaropvolgende beslissing van de officier van justitie. Hierdoor was de beschikking onherroepelijk en was het dwangbevel rechtsgeldig.
Betrokkene heeft aangevoerd dat hij eerder contact heeft gehad met het CJIB en dat hij financiële problemen heeft, maar de kantonrechter oordeelt dat deze omstandigheden niet voldoende zijn om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. De conclusie is dat het verzet tegen het dwangbevel niet-ontvankelijk wordt verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. M.P. de Valk, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.