ECLI:NL:RBNHO:2023:1365

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
10179655 CV EXPL 22-6484
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van kosten voor het blazen van grind met betrekking tot een offerte

In deze civiele zaak vordert A.B. Clean B.V. betaling van kosten voor het blazen van grind. De gedaagde, voorheen handelend onder de naam [bedrijf], had op 19 februari 2021 een offerte aangevraagd voor het zuigen en blazen van grind. A.B. Clean heeft op 21 februari 2021 een offerte gedaan voor het zuigen van grind voor € 875,00 exclusief btw. De gedaagde ging er ten onrechte vanuit dat dit bedrag ook het blazen van grind omvatte. A.B. Clean heeft op 1 november 2021 het grind weggezogen en op 17 november 2021 het grind teruggeblazen, waarvoor een factuur van € 1.058,75 inclusief btw is gestuurd. De gedaagde heeft de factuur voor het zuigen betaald, maar niet voor het blazen. A.B. Clean heeft een creditfactuur gestuurd voor de helft van de kosten van het blazen, maar de gedaagde heeft ook dit bedrag niet betaald. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet mocht aannemen dat de offerte voor het zuigen ook het blazen omvatte. De kantonrechter wijst de subsidiair gevorderde hoofdsom van € 529,37 toe, inclusief btw, en de buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 10179655 \ CV EXPL 22-6484 (HB)
Vonnis van 15 februari 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
A.B. CLEAN B.V.,
te Velsen-Noord,
eisende partij,
hierna te noemen: A.B. Clean,
gemachtigde: mr. Th. van Wijngaarden,
tegen
[gedaagde], voorheen handelend onder de naam [bedrijf] ,
te Heemskerk,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.
De zaak in het kort
In deze zaak vordert A.B. Clean betaling van kosten voor het blazen van grind. De subsidiair gevorderde hoofdsom van € 529,37 (inclusief btw) wordt toegewezen (te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten). [gedaagde] mocht er niet van uitgaan dat het op 21 februari 2021 door A.B. Clean geoffreerde bedrag van € 875,00 (exclusief btw) betrekking had op zowel het zuigen als het blazen van grind.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 25 oktober 2022
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
Op 19 februari 2021 heeft [gedaagde] via de website van A.B. Clean een offerte aangevraagd voor het zuigen en blazen van 100 m² grind op een dak in Amsterdam.
2.2.
In reactie daarop heeft A.B. Clean bij e-mail van 21 februari 2021 aan [gedaagde] meegedeeld:
‘ (…) Wij kunnen dit zuigen voor € 875 ex btw. Vergunning parkeerplaatsen niet inbegrepen (…)’
2.3.
Bij e-mail van 22 februari 2021 heeft [gedaagde] aan A.B. Clean gemeld dat hij het zal laten weten als zijn klant akkoord gaat. Vervolgens heeft [gedaagde] bij e-mail van 31 mei 2021 aan A.B. Clean meegedeeld:
´Wij hebben de opdracht gekregen en zouden dit maandag 1 november uitgevoerd willen hebben en 4 weken later weer terug geblazen. (…)’
2.4.
Op 1 november 2021 heeft A.B. Clean het grind van het dak weggezogen. A.B. Clean heeft [gedaagde] hiervoor bij factuur nr. 20211356 van 9 november 2021 een bedrag van € 875,- exclusief btw/€ 1.058,75 inclusief btw in rekening gebracht. Deze factuur is op 24 november 2022 door [gedaagde] voldaan. Bij e-mail van 25 november 2021 heeft [gedaagde] die betaling aan A.B. Clean bevestigd en heeft hij verzocht het adres op de factuur aan te passen naar [adres 1] , [adres 1] .
2.5.
Op 17 november 2021 heeft A.B. Clean grind op het dak teruggeblazen. A.B. Clean heeft [gedaagde] hiervoor een factuur nr. 20211429 van 24 november 2021 toegezonden van € 875,- exclusief btw/€ 1.058,75 inclusief btw. Die factuur is gericht aan het adres [adres 2] , [adres 2] . [gedaagde] heeft die factuur ondanks aanmaningen (onder andere bij e-mail van 1 maart 2022) niet betaald.
2.6.
A.B. Clean heeft [gedaagde] op 9 februari 2022 een creditfactuur nr. 20220002 toegestuurd, waarbij op de factuur van 24 november 2022 een bedrag van € 529,38 inclusief btw (dus de helft) in mindering is gebracht. Ook deze creditfactuur is gericht aan het adres [adres 2] , [adres 2] . [gedaagde] heeft het resterende bedrag van € 529,37 inclusief btw ondanks aanmaning (bij e-mail van 19 mei 2022) niet voldaan.

3.De vordering

3.1.
A.B. Clean vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van:
-
primair: een hoofdsom van € 1.058,75, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente per jaar daarover vanaf 24 december 2021 en met € 158,81 aan buitengerechtelijke incassokosten;
-
subsidiair: een hoofdsom van € 529,37, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente per jaar daarover vanaf 10 maart 2022 en met € 79,41 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
A.B. Clean legt aan haar vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] de factuur van 24 november 2021 van € 1.058,75 inclusief btw ten onrechte onbetaald heeft gelaten. Subsidiair dient [gedaagde] een bedrag van € 529,37 inclusief btw te voldoen conform de creditfactuur van 9 februari 2022, zoals tussen partijen nader is overeengekomen. [gedaagde] is vergeefs tot betaling gemaand. Door het betalingsverzuim is [gedaagde] ook de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
4. Het verweer
4.1.
[gedaagde] is van mening dat de vordering moet worden afgewezen. Hij voert hiertoe aan – samengevat – dat hij er vanuit mocht gaan dat het bij e-mail van 21 februari 2021 door A.B. Clean geoffreerde bedrag van € 875,- exclusief btw de totaalprijs voor het zuigen èn het blazen van het grind was. [gedaagde] had immers een offerte voor zuigen en blazen aangevraagd. Omdat [gedaagde] de factuur van 9 november 2021 van € 875,- exclusief btw/€ 1.058,75 inclusief btw heeft betaald, is hij A.B. Clean niets meer verschuldigd.
4.2.
De factuur van 24 november 2021 en de creditnota van 9 februari 2022 heeft [gedaagde] niet ontvangen. Pas door de aanmaningen is hij van die facturen op de hoogte geraakt. [gedaagde] heeft met A.B. Clean geen regeling over de kosten van het blazen getroffen.

5.De beoordeling

5.1.
In deze zaak moet de vraag worden beantwoord of [gedaagde] de in rekening gebrachte kosten voor het blazen van het grind (€ 1.058,75 dan wel € 529,37) verschuldigd is.
5.2.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] er niet van uit mocht gaan dat het bij e-mail van 21 februari 2021 door A.B. Clean geoffreerde bedrag van € 875,00 exclusief btw (€ 1.058,75 inclusief btw) de totaalprijs voor het zuigen en het blazen van het grind was. Weliswaar heeft [gedaagde] een offerte gevraagd voor zowel zuigen als blazen, maar in de e-mail van 21 februari 2021 staat expliciet dat voor die prijs het ‘zuigen’ wordt aangeboden. Daarbij komt dat [gedaagde] al eerder, op 16 oktober 2019, een offerte aan A.B. Clean heeft gevraagd voor het zuigen en blazen van 72 m² grind op een andere locatie. De totale prijs voor zuigen en blazen op die locatie was blijkens de bij repliek overgelegde e-mail van 16 oktober 2019 € 1.175,00 exclusief btw. Gelet op die totaalprijs (voor de kleinere oppervlakte van 72m²) had [gedaagde] kunnen begrijpen dat de geoffreerde prijs van € 875,- exclusief btw voor de grotere oppervlakte van 100m² niet een totaalprijs voor zuigen en blazen kon zijn. Met zijn betaling van de factuur van 9 november 2021 heeft [gedaagde] dus alleen de kosten van het zuigen van het grind voldaan.
5.3.
Vaststaat dat het blazen van grind (in opdracht van [gedaagde] ) op 17 november 2021 is uitgevoerd. Voor die werkzaamheden zijn partijen geen prijs overeengekomen. Omdat hier sprake is van aanneming van werk in de zin van artikel 7:750 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW), is het bepaalde in artikel 7:752 BW van toepassing. In dat artikel staat dat indien de prijs bij het sluiten van de overeenkomst niet is bepaald, de opdrachtgever een redelijke prijs verschuldigd is. Het bij de factuur van 24 november 2021 voor het blazen in rekening gebrachte bedrag van € 1.058,75 inclusief btw (waarvan [gedaagde] in ieder geval via de hem verzonden aanmaningen op de hoogte is gesteld) komt de kantonrechter op zichzelf redelijk voor. In principe zou [gedaagde] dat bedrag dus verschuldigd zijn.
5.4.
Echter, A.B. Clean heeft zelf bijgedragen aan de bij [gedaagde] ontstane verwarring door in reactie op de offerteaanvraag voor zuigen en blazen alleen een prijs voor zuigen op te geven. Kennelijk in verband met klachten van [gedaagde] hierover zijn partijen – de stellingen van A.B. Clean volgend – nader overeengekomen dat [gedaagde] van het voor het blazen in rekening gebrachte bedrag van € 1.058,75 inclusief btw slechts de helft (€ 529,37 inclusief btw) hoefde te voldoen. Daarom zal de kantonrechter aan hoofdsom slechts € 529,37 (inclusief btw) toewijzen zoals subsidiair gevorderd. Weliswaar heeft [gedaagde] aangevoerd dat hij de creditfactuur van 9 februari 2022 niet heeft ontvangen (kennelijk als gevolg van de verkeerde adressering), maar als door [gedaagde] erkend staat vast dat hij bij de (per e-mail verzonden) aanmaning van de gemachtigde van A.B. Clean van 19 mei 2022 (overgelegd als productie 8 bij antwoord) alsnog van die creditfactuur op de hoogte is gesteld.
5.5.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:119a lid 2 onderdeel a BW zal de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 529,37 worden toegewezen vanaf 30 dagen na de aanvang van de dag volgende op 19 mei 2022 (dus vanaf 30 dagen na aanvang van 20 mei 2022).
5.6.
De subsidiair gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 79,41 zijn eveneens toewijsbaar. Omdat sprake is van een handelsovereenkomst zijn deze kosten ook zonder aanmaning verschuldigd. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten stemmen overeen met het tarief zoals vervat in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
5.7.
[gedaagde] is de partij die (grotendeels) ongelijk krijgt. Daarom zal hij in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van A.B. Clean als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding € 111,60
- griffierecht € 322,00
- salaris gemachtigde € 264,00 (2,00 punten × € 132,00)
------------------
Totaal € 697,60

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan A.B. Clean te betalen een bedrag van € 608,78, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente per jaar over € 529,37 vanaf 30 dagen na aanvang van 20 mei 2022 tot de dag van voldoening;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van A.B. Clean tot dit vonnis vastgesteld op € 697,60;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.E. Oomens en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.
De griffier, De kantonrechter,