ECLI:NL:RBNHO:2023:13801

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
10351669 \ WM VERZ 23-333
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding binnen bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het rijden van 4 km per uur harder dan toegestaan binnen de bebouwde kom. De betrokkene had eerder beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 3 april 2023, waar de betrokkene aanwezig was, maar de behandeling werd aangehouden om hem de gelegenheid te geven te reageren op aanvullende stukken van de officier van justitie. Tijdens de tweede zitting op 17 juli 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig en handhaafde het standpunt om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter overwoog dat de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging, tenzij er specifieke feiten en omstandigheden zijn die aan de juistheid van de verklaring twijfelen. De kantonrechter concludeerde dat de gegevens in het fotobijschrift, zoals datum, tijdstip, kenteken en gemeten snelheid, overeenkomen met de informatie in het zaakoverzicht. Ook de overgelegde NMi-ijkrapporten en de locatieverklaring gaven geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de meting. De kantonrechter oordeelde dat er geen reden was om de boete te matigen en verklaarde het beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10351669 \ WM VERZ 23-333
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 17 juli 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [betrokkkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 april 2023. Betrokkene is op die zitting verschenen. De behandeling van de zaak is aangehouden, om betrokkene de gelegenheid te geven om op nader ingebrachte stukken van de vertegenwoordiger van de officier van justitie te reageren. De zaak is opnieuw behandeld op de zitting van 17 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 4 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift kort samengevat aangevoerd dat hij de plaats van de meetpaal erg goed kent en echt geen kilometer boven de 50 heeft gereden. Daarom vraagt betrokkene de stukken op met betrekking tot de ijking van de meetapparatuur.
Ter zitting van 3 april 2023 is de zaak aangehouden om betrokkene de gelegenheid te bieden om schriftelijk te reageren op de ter zitting overgelegde stukken. Betrokkene heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Betrokkene voert kort samengevat aan dat hij nog steeds twijfelt aan de meting. Er zijn geen bewijzen dat de apparatuur correct heeft gewerkt. Er is geen verband tussen de NMI verklaring en de apparatuur waarmee de gedraging is geconstateerd. Ook is niet duidelijk dat de BOA bevoegd was.
De kantonrechter overweegt als volgt. In Wahv-zaken biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien door of namens de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden worden aangevoerd, die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de verklaring dan wel indien uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken.
Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houdt de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht kort gezegd in dat de snelheid is vastgesteld met behulp van een voor de meting getest, goedgekeurd en op de voorgeschreven wijze gebruikt snelheidsmeetmiddel. Bij de stukken bevinden zich een tweetal foto’s van de vermeende gedraging. Daarop is het voertuig van de betrokkene vastgelegd.
Ter zitting van 3 april 2023 zijn NMI verklaringen overgelegd en een Akte van beëdiging. Op de zitting van 17 juli 2023 is door de vertegenwoordiger van de officier van justitie een toelichting gegeven op de stukken.
De kantonrechter stelt vast dat het fotobijschrift (onder meer) de volgende gegevens bevat:
- locatie: 3070 Haarlem N205 Fonteinlaan thv perceel 1
- datum : 11-05-2022
- tijdstip overtreding : 14.35
- kenteken : [kenteken voertuig]
- snelheid : 57 km/h
- typegoedkeuringsnummer : TP6990
Het kenteken op de foto komt overeen met het kenteken in het fotobijschrift.
De kantonrechter stelt vast dat de datum, het tijdstip, het kenteken en de gemeten snelheid die in het fotobijschrift zijn opgenomen alle overeenkomen met de informatie in het zaakoverzicht. Gelet daarop staat voldoende vast dat de foto’s en het zaakoverzicht betrekking hebben op de onderhavige gedraging.
De kantonrechter stelt verder vast dat er twee overgelegde NMi-ijkrapporten zijn overgelegd, opgemaakt op 23 november 2021 en 15 november 2022 en één jaar geldig, en bevatten (onder meer) de volgende gegevens:
- typegoedkeuringsnummer : TP6990
Daarnaast is er een locatieverklaring overgelegd, opgemaakt op 24 maart 2022 en die bevat (onder meer) de volgende gegevens:
-locatiecode 3070
De locatiecode is terug te vinden op de foto van de gedraging. Ook het typegoedkeuringsnummer is terug te vinden op de foto van de gedraging. De gegevens op de foto en in het ijkrapport stemmen dan ook met elkaar overeen. De kantonrechter ziet geen reden om te betwijfelen dat van een juiste meting sprake is geweest.
Ook de akte van beëdiging geeft geen twijfel aan de bevoegdheid van de BOA. De kantonrechter overweegt hiertoe nog dat het enkel stellen van een vraag dan wel het opwerpen van een suggestie omtrent bijvoorbeeld de vermeende onbevoegdheid geen aanleiding is voor nader onderzoek.
Daarom staat voldoende vast dat de gedraging is verricht. Het beroep tegen de inleidende beschikking is ongegrond. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: