ECLI:NL:RBNHO:2023:13844

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 augustus 2023
Publicatiedatum
17 januari 2024
Zaaknummer
C/15/343180 HA RK 23/568
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van de kantonrechter in een bewindzaak

In deze zaak heeft verzoekster, die onder bewind is gesteld, een verzoek ingediend tot wraking van de kantonrechter in een lopende bewindzaak. De wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland heeft op 28 augustus 2023 uitspraak gedaan over dit verzoek. Verzoekster was opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 15 augustus 2023, maar heeft om uitstel gevraagd vanwege buikgriep. De rechter heeft dit verzoek om aanhouding afgewezen, wat verzoekster als partijdig heeft ervaren en heeft geleid tot haar wrakingsverzoek.

De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond verklaard. De kamer oordeelde dat wraking alleen aan de orde is als er sprake is van vooringenomenheid of de schijn van partijdigheid. In dit geval was er geen sprake van beide. Het verzoek richtte zich feitelijk tegen de beslissing van de rechter om geen aanhouding van de mondelinge behandeling te verlenen, wat volgens de wrakingskamer geen grond voor wraking oplevert. De wrakingskamer benadrukte dat een negatieve procesbeslissing van een rechter op zich geen reden is voor wraking en dat verzoekster haar onvrede over de beslissing via andere rechtsmiddelen kan aanvechten.

De rechtbank heeft besloten dat het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond is en heeft de procedure in de hoofdzaak voortgezet. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Wrakingskamer
Locatie Alkmaar
zaaknummer / rekestnummer: C/15/343180 HA RK 23/568
Beslissing van 28 augustus 2023
op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoeker],
wonend in [woonplaats],
hierna: verzoekster.
Het verzoek is gericht tegen:
mr. M.T. Goossens,
hierna te noemen: de rechter.

1.Procesverloop

1.1.
Verzoekster is onder bewind gesteld. Bij deze rechtbank, afdeling Kanton & Bewind, wordt een zaak behandeld met als zaaknummer 10425231 BM VERZ 23-713, hierna te noemen: de hoofdzaak. In die zaak wordt verzocht om beëindiging van het bewind. Verzoekster is bij brief van 23 juni 2023 opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzoek op 15 augustus 2023, om 14.30 uur. Ook zijn diverse andere betrokkenen (de bewindvoerder en familieleden) voor deze zitting opgeroepen.
1.2.
Bij emailbericht van 14 augustus 2023 heeft verzoekster via het emailadres van haar gemachtigde dochter verzocht om uitstel van de zitting, onder mededeling:
“Afbericht wegens buikgriep. Na herstel beschikbaar en wilt zeker dat de kwestie wordt behandeld”.
1.3.
De rechter heeft het verzoek om aanhouding afgewezen en dat laten meedelen aan verzoekster. Bij emailbericht van 15 augustus 2023, 10.36 uur, heeft verzoekster - opnieuw via het emailadres van haar gemachtigde dochter – het volgende meegedeeld:
“Edelachtbare, Ik wil u wraken omdat ik mijn verzoek tot opheffen bewindvoering mondeling wil toelichten en u mij die kans niet heft nu ik buikgriep heb en u toch de zitting wilt laten doorgaan. Ik voel mij niet gehoord door u en omdat u mij die mogelijkheid niet geeft en tegenstanders in de zaal zitten vind ik persoonlijk dat u partijdig bent.”
1.4.
Dit emailbericht is pas ná de mondelinge behandeling onder ogen van de rechter en griffier gekomen. De mondelinge behandeling heeft daarom plaatsgevonden en de rechter heeft na afloop bepaald dat zij later op het verzoek tot beëindinging van het bewind zal beslissen.
1.5.
De beslissing van de rechter is nog niet genomen en de wrakingskamer zal het wrakingsverzoek van verzoekster daarom alsnog behandelen. De wrakingskamer heeft op grond van de hierna opgenomen overweging besloten geen datum te bepalen voor een mondelinge behandeling van dit verzoek en bepaald dat vandaag uitspraak zal worden gedaan.

2.De beoordeling

2.1.
De wrakingskamer is van oordeel dat het verzoek tot wraking moet worden afgewezen, omdat daar geen grond voor is. Hierbij neemt de wrakingskamer tot uitgangspunt dat wraking van een rechter alleen aan de orde is indien, kort samengevat, de rechter (i) jegens een partij een vooringenomenheid koestert of (ii) wanneer de schijn van partijdigheid gewekt is.
In deze zaak is van beide gevallen geen sprake.
2.2.
Het wrakingsverzoek richt zich feitelijk alleen tegen de beslissing van de rechter om geen aanhouding van de mondelinge behandeling te verlenen. Dat kan geen grond voor wraking opleveren. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen brengt mee dat een rechterlijke (tussen)beslissing als zodanig geen grond kan vormen voor wraking: wraking is geen verkapt rechtsmiddel. Het enkele feit dat de rechter een voor een partij negatieve (proces)beslissing neemt, levert geen grond voor wraking op. Dat is vaste rechtspraak sinds Hoge Raad 25 september 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1413). Indien verzoekster het met zo’n beslissing niet eens is, kan zij dat na een eventueel in te stellen rechtsmiddel ter toetsing voorleggen aan de rechter die er dan over beslist. De wrakingskamer komt geen oordeel toe over de juistheid van de (tussen)beslissing tot afwijzing van het verzoek tot aanhouding.
2.3.
De slotsom is dat het verzoek kennelijk ongegrond is.

3.Beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart het verzoek tot wraking van de rechter kennelijk ongegrond,
3.2.
beveelt de griffier onverwijld aan verzoekster, de rechter en de bewindvoerder een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden,
3.3.
beveelt dat de procedure in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin deze zich nu bevindt.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.J. Saarloos, voorzitter, mr. D.D.M. Hazeu en
mr. C.H. de Jonge van Ellemeet, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. L. Kliffen-Goos, en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2023. [1]
griffier voorzitter

Voetnoten

1.Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open