In deze zaak heeft de rechtspersoon ARAG SE, gevestigd in Düsseldorf, Duitsland, een vordering ingesteld tegen de buitenlandse vennootschap FZE Free Zone Establishment, gevestigd in Dubai, Verenigde Arabische Emiraten. De vordering betreft een geschil over een vervoersovereenkomst die is gesloten voor de vlucht van Düsseldorf naar Jakarta en terug, waarbij de vluchten zijn geannuleerd. ARAG vordert betaling van een schadevergoeding op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers.
De vervoerder heeft in het incident een verzoek ingediend tot onbevoegdheid van de Nederlandse rechter, stellende dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is omdat de vervoerder geen woonplaats in Nederland heeft. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de bepalingen van de Brussel I bis-verordening en het Nederlandse procesrecht. De kantonrechter concludeert dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft op basis van de relevante artikelen van de verordening en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat de vervoerder niet in Nederland is gevestigd en de overeenkomst niet in Nederland is uitgevoerd.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter zich relatief onbevoegd verklaard en de zaak verwezen naar de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, waar de bevoegde rechter zich bevindt. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter S.N. Schipper op 22 november 2023.