ECLI:NL:RBNHO:2023:13973
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaken betreffende Wob en Woo
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 28 december 2023, worden de verzoeken om voorlopige voorziening van de verzoeker beoordeeld. De verzoeker had beroep ingesteld tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, die betrekking hadden op verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet open overheid (Woo). De besluiten waartegen beroep was ingesteld, betroffen beslissingen op eerdere verzoeken van de verzoeker, die door verweerder zijn genomen op 18 november 2021, 17 juni 2021, 18 mei 2022, 23 november 2022 en 27 december 2022. De verzoeker had ook bezwaren ingediend tegen deze primaire besluiten, waarop verweerder met nieuwe besluiten op 7 april 2022, 26 april 2022, 11 oktober 2022, 31 mei 2023 en 20 juni 2023 had gereageerd.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeken om voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk zijn, omdat er al uitspraak is gedaan over de beroepen. Dit betekent dat er geen beroepsprocedures meer lopen, waardoor de verzoeken om voorlopige voorziening niet meer aan de orde zijn. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken zonder zitting beoordeeld, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht, en de verzoeken worden dan ook niet-ontvankelijk verklaard.