Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1], wonende te [plaats 1],
[eiser 2],
[eiser 3],beiden wonende te [plaats 2],
[eiser 4],
[eiser 5], pro se en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor zijn minderjarige kind
[minderjarige],
[eiser 6],
allen wonende te [plaats 3]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
- € 3.850,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 juli 2018, althans vanaf de datum van de ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 726,00 dan wel € 617,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.De beoordeling
Omdat het subsidiair gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief (inclusief btw), zullen de subsidiair gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat de passagiers in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kunnen maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
5.De beslissing
griffierecht € 236,00;
salaris gemachtigde € 528,00;
nakosten € 132,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;