ECLI:NL:RBNHO:2023:13983

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
13 februari 2024
Zaaknummer
10526504 \ CV EXPL 23-3314
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de kantonrechter in vordering tegen vervoerder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een vordering die door een passagier was ingesteld tegen Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V. De passagier had op 8 mei 2023 een dagvaarding ingediend, waarop de vervoerder schriftelijk had geantwoord en om een mondelinge behandeling had verzocht. De kantonrechter diende eerst te beoordelen of hij bevoegd was om van de vordering kennis te nemen. Aangezien de vervoerder in Amstelveen is gevestigd, dat onder het arrondissement van de rechtbank Amsterdam valt, was de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland op grond van artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) onbevoegd om de vordering te behandelen. De kantonrechter heeft daarom de zaak verwezen naar de bevoegde kantonrechter van de rechtbank Amsterdam, sector kanton. Tevens werd partijen gewezen op de noodzaak om de procedure voort te zetten door een van de partijen bij exploot op te roepen tegen een nieuwe roldatum, conform artikel 74 lid 1 jo artikel 110 lid 2 Rv. De uitspraak benadrukt het belang van de relatieve bevoegdheid van de rechter in civiele zaken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10526504 \ CV EXPL 23-3314
Uitspraakdatum: 8 november 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [plaats]
eiser
hierna te noemen: de passagier
gemachtigde: [gemachtigde] (Yource B.V.)
tegen
de naamloze vennootschap
Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V.
gevestigd te Amstelveen
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. R.L.S.M. Pessers en mr. J.I.J. van Pelt

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 8 mei 2023 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord en daarbij om een mondelinge behandeling verzocht.

2.De beoordeling van de bevoegdheid van de kantonrechter

2.1.
Voordat de kantonrechter beslist op het verzoek tot mondelinge behandeling, moet de kantonrechter eerst nog ambtshalve de vraag beantwoorden of hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
2.2.
Aangezien de vervoerder in Nederland is gevestigd en de vordering niet meer dan € 25.000,00 bedraagt, is de Nederlandse kantonrechter bevoegd. Gelet op artikel 110 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet de kantonrechter echter ook ambtshalve toetsen of hij relatief bevoegd is. Gelet op het feit dat de vervoerder in Amstelveen is gevestigd, welke vestigingsplaats onder het arrondissement van de rechtbank Amsterdam valt, is de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland op grond van artikel 99 Rv onbevoegd van de vordering kennis te nemen. De zaak wordt daarom - in de stand waarin deze zich thans bevindt - verwezen naar de bevoegde kantonrechter van de rechtbank Amsterdam, sector kanton.
2.3.
De kantonrechter wijst partijen erop dat voor voortzetting van de procedure vereist is dat een van partijen de andere partij bij exploot oproept tegen een nieuwe roldatum (artikel 74 lid 1 jo artikel 110 lid 2 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verklaart zich onbevoegd om van de vordering kennis te nemen;
3.2.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich thans bevindt naar de rechtbank te Amsterdam, sector kanton.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter