ECLI:NL:RBNHO:2023:13983
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de kantonrechter in vordering tegen vervoerder
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een vordering die door een passagier was ingesteld tegen Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V. De passagier had op 8 mei 2023 een dagvaarding ingediend, waarop de vervoerder schriftelijk had geantwoord en om een mondelinge behandeling had verzocht. De kantonrechter diende eerst te beoordelen of hij bevoegd was om van de vordering kennis te nemen. Aangezien de vervoerder in Amstelveen is gevestigd, dat onder het arrondissement van de rechtbank Amsterdam valt, was de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland op grond van artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) onbevoegd om de vordering te behandelen. De kantonrechter heeft daarom de zaak verwezen naar de bevoegde kantonrechter van de rechtbank Amsterdam, sector kanton. Tevens werd partijen gewezen op de noodzaak om de procedure voort te zetten door een van de partijen bij exploot op te roepen tegen een nieuwe roldatum, conform artikel 74 lid 1 jo artikel 110 lid 2 Rv. De uitspraak benadrukt het belang van de relatieve bevoegdheid van de rechter in civiele zaken.