ECLI:NL:RBNHO:2023:14017

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 juni 2023
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
10420780 \ WM VERZ 23-569
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake administratieve sanctie voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 juni 2023 een tussenuitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie betreft het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 23 juni 2023 is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen, evenals de gemachtigde van betrokkene, M. Lagas, en T.F.V. Fleuren. De officier van justitie heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van de zaak, wat door de kantonrechter is ingewilligd.

De kantonrechter heeft betrokkene de gelegenheid gegeven om het bedrag aan zekerheidstelling van € 234,00 te betalen, bestaande uit € 225,00 boete en € 9,00 administratiekosten. Dit bedrag dient binnen vier weken na verzending van de uitspraak te worden voldaan. Indien betrokkene niet aan deze verplichting voldoet, zal de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaren, wat betekent dat de inhoudelijke beoordeling van het beroep niet kan plaatsvinden. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij niet in staat is de zekerheid te betalen, maar heeft ter zitting aangegeven dat inmiddels zekerheid is gesteld. De kantonrechter heeft de behandeling van de zaak aangehouden en betrokkene nogmaals in de gelegenheid gesteld om de zekerheid te betalen.

De uitspraak is gedaan door kantonrechter M.P.E. Oomens en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10420780 \ WM VERZ 23-569
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 23 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [Betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [Woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : M. Lagas

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 23 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens gemachtigde is T.F.V. Fleuren verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te wijzigen en heeft de kantonrechter verzocht om de behandeling van de zaak aan te houden.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden .
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en gemachtigde heeft in het beroepschrift namens betrokkene kort samengevat aangevoerd dat de gedraging wordt betwist. Daarnaast is betrokkene niet staande gehouden en niet gecontroleerd of het een echte telefoon betreft. Betrokkene stelt dat het onmogelijk is om in het voertuig van betrokkene te kijken en te zien dat betrokkene de telefoon vast hield met zijn linkerhand ter hoogte van zijn bovenbeen. De waarneming kan niet hebben plaats gevonden. De verklaring van de ambtenaar was niet op ambtseed, want alleen een zaakoverzicht. Namens betrokkene wordt om vergoeding van de proceskosten verzocht. Ter zitting is namens gemachtigde het beroepsschrift nader toegelicht en aangevoerd dat inmiddels zekerheid is gesteld.
Namens betrokkene is in het beroepschrift aangevoerd dat betrokkene niet in staat is de in artikel 11 WAHV voorgeschreven zekerheid te betalen. Betrokkene is dan ook de gelegenheid gegeven om op de zitting van 23 juni 2023 nader te motiveren en te onderbouwen dat hij niet in staat is die zekerheid te betalen. Ter zitting is namens gemachtigde aangevoerd dat betrokkene inmiddels zekerheid heeft gesteld, en dat het draagkrachtverweer wordt losgelaten.
Nu bewijs daarvan ontbreekt, zal de kantonrechter de behandeling van de zaak aanhouden en
betrokkene nog eenmaal in de gelegenheid om de zekerheid te betalen.
Het bedrag van € 234,00 (€ 225,00 en € 9,00 administratiekosten) dient binnen vier weken na verzending van deze uitspraak te zijn bijgeschreven op rekening NL56INGB0705005100 ten name van het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden onder vermelding van het hierboven vermelde CJIB-nummer.
Als betrokkene niet voldoet aan de verplichting tot tijdige zekerheidstelling, zal de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaren. Dat wil zeggen dat de kantonrechter het beroep dan niet inhoudelijk kan beoordelen omdat de zekerheid niet is betaald.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ stelt betrokkene nog eenmaal in de gelegenheid om het bedrag aan zekerheidstelling te betalen;
‒ bepaalt dat het bedrag van € 234,00 binnen vier weken na verzending van deze beslissing moet zijn betaald.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: