ECLI:NL:RBNHO:2023:14023

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 mei 2023
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
10435994 \ WM VERZ 23-610
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan machtiging vertegenwoordiger in verkeersboetezaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de rechtspersoon Tijger & de Vis. De sanctie was opgelegd wegens het parkeren van een voertuig op een plek waar dat niet was toegestaan, zoals aangegeven door verkeersbord E1. Betrokkene, vertegenwoordigd door R. de Nekker van Zaakrecht, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 25 mei 2023 is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen, maar namens betrokkene is niemand verschenen.

De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft tijdens de zitting verzocht om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de overgelegde machtiging van de gemachtigde niet voldeed aan de wettelijke eisen. De kantonrechter heeft overwogen dat, volgens artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, een gemachtigde een schriftelijk bewijs van machtiging moet overleggen. In dit geval bleek uit de overgelegde machtiging dat de gemachtigde, H.T.W. van Moerkerk, niet bevoegd was om Tijger & de Vis in rechte te vertegenwoordigen.

De griffier had eerder al op 7 april 2023 een brief gestuurd naar de gemachtigde, waarin werd gewezen op het ontbreken van de juiste machtiging en de mogelijkheid dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard zou kunnen worden. Aangezien de gemachtigde geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om dit te corrigeren, heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10435994 \ WM VERZ 23-610
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 25 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : Tijger & de Vis
adres : Nieuw-Zeelandweg 5 -B 21
woonplaats : 1045 AL Amsterdam (hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : R. de Nekker, Zaakrecht

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 mei 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens betrokkene is niemand verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te wijzigen en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en gemachtigde heeft in het beroepschrift namens betrokkene kort samengevat aangevoerd dat het voertuig op een ander weggedeelte, niet zijnde de rijbaan, stond. De sanctie kan dan ook niet worden opgelegd.
De kantonrechter is, naar analogie van artikel 8:24, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb), bevoegd van een gemachtigde te verlangen dat deze een schriftelijk bewijs van machtiging overlegt ten einde vast te stellen of degene die zich als gemachtigde van een betrokkene aandient daartoe werkelijk bevoegd is.
In dit geval is de sanctie opgelegd aan een rechtspersoon. Een rechtspersoon kan slechts via haar vertegenwoordiger(s) handelen. Uit de door de Zaakrecht overgelegde machtiging blijkt niet dat H.T.W. van Moerkerk bevoegd is om Tijger en de Vis in rechte te vertegenwoordigen. De overgelegde machtiging voldoet aldus niet aan de gestelde eisen.
De griffier van de rechtbank heeft gemachtigde op 7 april 2023 een brief gestuurd, waarin staat dat de gronden van het beroep en een juiste machtiging ontbreken. Daarbij is gemeld dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Van de gelegenheid is geen gebruik gemaakt. Het beroep is dan ook niet-ontvankelijk.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: