ECLI:NL:RBNHO:2023:14084

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
28 februari 2024
Zaaknummer
10653268 \ WM VERZ 23-497
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het fietsen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het fietsen. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het eerdere beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 3 oktober 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder de verklaring van de verbalisant. Betrokkene heeft de gedraging niet betwist, maar heeft aangevoerd dat zij haar telefoon pas heeft opgepakt nadat zij door de agent was staande gehouden. De gemachtigde van betrokkene heeft persoonlijke omstandigheden aangevoerd die van invloed waren op het gedrag van betrokkene tijdens het fietsen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat er voldoende aannemelijk is gemaakt dat betrokkene niet de intentie had om met haar telefoon in de hand te fietsen. Gezien de omstandigheden heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot de helft, waardoor het bedrag op € 70,00 komt, met handhaving van de administratiekosten van € 9,00. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd en het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard. Betrokkene zal het teveel betaalde bedrag aan zekerheidstelling terugontvangen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10653268 \ WM VERZ 23-497
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 13 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : [gemachtigde]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 oktober 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens betrokkene is niemand verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene betwist de gedraging dan ook niet, maar doet een beroep op de omstandigheden van het geval. De gemachtigde van betrokkene voert -kort samengevat- aan dat betrokkene mede vanwege persoonlijke omstandigheden naar muziek luistert als zij deelneemt aan het verkeer. Betrokkene fietste niet met haar telefoon in haar hand, maar pakte pas haar telefoon uit haar zak om haar muziek uit te zetten nadat de agent zijn hand op stak om haar staande te houden. Gelet op die omstandigheid zou de beschikking moeten worden vernietigd volgens de gemachtigde.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat betrokkene niet de intentie had om met haar telefoon in de hand te fietsen, maar vanwege de omstandigheid dat zij werd staande gehouden haar telefoon per ongeluk heeft opgepakt alvorens volledig stil te staan. De boete zal worden gematigd tot de helft.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 70,00 (met handhaving van de administratiekosten ad € 9,00);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: