ECLI:NL:RBNHO:2023:14114

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 juli 2023
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
10462161 \ WM VERZ 23-711
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 7 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan Leaseplan Nederland N.V. De sanctie was opgelegd omdat de bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthield. Betrokkene, Leaseplan Nederland N.V., heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 23 juni 2023, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van betrokkene aanwezig waren.

Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van betrokkene betoogd dat de ambtenaar die de boete had opgelegd, onterecht had gehandeld. Betrokkene stelde dat hij geen mobiel in zijn handen had en dat de verklaring van de ambtenaar niet klopte. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beschikbare gegevens en het zaakoverzicht, waarin werd vermeld dat de bestuurder een zwarte telefoon in zijn linkerhand vasthield en aan het bellen was. De kantonrechter oordeelde echter dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat de gedraging had plaatsgevonden, mede door onduidelijkheden over de locatie en de omstandigheden van de constatering.

Gelet op deze overwegingen heeft de kantonrechter het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat de betaalde zekerheidstelling aan betrokkene moet worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10462161 \ WM VERZ 23-711
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 7 juli 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : Leaseplan Nederland N.V.
adres : P.J. Oudweg 4
woonplaats : 1314 CH Almere (hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : [Betrokkene]

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 23 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde is ook verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift kort samengevat aangevoerd dat hij geen mobiel in de handen had. De verklaring van de ambtenaar klopt totaal niet. Inhalen daar is onmogelijk, Het lijkt alsof de ambtenaar een aantal zaken door elkaar haalt. Betrokkene stuurt zaken mee van een oude boete, die ook onterecht was. Betrokkene is door een verbalisant met dezelfde achternaam nu weer beboet. Ter zitting is door gemachtigde het beroepschrift nader toegelicht.
Een daartoe aangewezen ambtenaar kan op grond van artikel 3, tweede lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften een administratieve sanctie opleggen voor een gedraging die door deze ambtenaar zelf of op geautomatiseerde wijze is vastgesteld. Dat de gedraging is verricht, moet voldoende blijken uit de beschikbare gegevens. Of van de juistheid van deze gegevens kan worden uitgegaan, is ervan afhankelijk of de betrokkene argumenten heeft aangevoerd die leiden tot twijfel aan de juistheid van (delen van) die gegevens dan wel het dossier daar aanleiding toe geeft.
De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat de informatie die in de inleidende beschikking is vermeld en daarnaast onder meer de volgende gegevens:
“(…)Wij zagen dat de bestuurder een zwarte telefoon in zijn linkerhand vast hield en aan het bellen was. Wij zagen dat het verkeerslicht op groen ging. Wij zagen dat de bestuurder al bellend optrok. Wij zagen dat het volgende verkeerslicht op oranje ging en hierna op rood ging. Wij zagen dat de bestuurder ook door rood reed.(…)”
De kantonrechter is van oordeel dat aan de hand van de stukken in het dossier in de onderhavige situatie niet is vast te stellen dat de gedraging is verricht. Het zaakoverzicht roept vragen op over onder meer de exacte locatie op de “van Heuven Goedhartlaan” en wat de locatie van de verbalisant was ten tijde van het constateren. Een aanvullend proces-verbaal was dan ook op zijn plaats geweest.
Gelet op het voorgaande is onvoldoende komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Dit heeft tot gevolg dat de inleidende beschikking niet in stand kan blijven. Het beroep wordt gegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: