In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, werd door de verbalisant bevestigd. De betrokkene voerde aan dat hij de boete niet terecht had gekregen, omdat hij de telefoon niet in zijn handen had. De kantonrechter oordeelde echter dat de waarneming van de verbalisant betrouwbaar was en dat er geen reden was om aan deze waarneming te twijfelen. De kantonrechter concludeerde dat de gedraging voldoende was komen vast te staan en dat de boete terecht was opgelegd.
De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien om de boete te matigen. De uitspraak werd gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.