In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 15 december 2023, betreft het een kort geding waarin de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. B.R. de Randamie, een verklaring verzoekt als bedoeld in artikel 3:273 van het Burgerlijk Wetboek. De verzoeker heeft een verzoekschrift ingediend waarin wordt gesteld dat de verkoop van een perceel grond, gelegen in Alkmaar, heeft plaatsgevonden met inachtneming van de wettelijke voorschriften. De koper heeft de koopprijs in handen van de notaris gestort, wat de basis vormt voor het verzoek.
De voorzieningenrechter heeft de overgelegde stukken beoordeeld en vastgesteld dat aan de voorwaarden voor het verstrekken van de gevraagde verklaring is voldaan. De rechter heeft geoordeeld dat de hypotheek en het executoriaal beslag op het perceel grond, dat eigendom is van de Gemeente Alkmaar, teniet zijn gegaan en vervallen. Dit betreft een hypotheek die op 18 juni 2018 was ingeschreven en een executoriaal beslag dat op 29 september 2023 was ingeschreven.
De uitspraak is openbaar gedaan en bevestigt dat de juridische lasten op het perceel zijn opgeheven, wat van belang is voor de eigendomssituatie van de grond en de daarop aanwezige opstallen. De beslissing van de voorzieningenrechter is daarmee een belangrijke stap in het proces van de verzoeker om duidelijkheid te verkrijgen over de status van de hypotheek en het beslag.