Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 31 augustus 2023 in de zaak tussen
[naam] h.o.d.n. [bedrijf] , uit Zaandam, verzoeker
de burgemeester van Zaanstad
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Daags voorafgaand aan de zitting bij de voorzieningenrechter heeft verzoeker nog een tweetal emails gedateerd 19 juli 2023 overgelegd van een medewerker van de gemachtigde van eiser. Daarin verwoordt deze medewerker hetgeen hij van eiser en zijn vader heeft vernomen over de herkomst (o.a. een lening) en eigendom van de geldbedragen.
In deze zaak heeft de burgemeester van zijn in artikel 2:30b van de Apv neergelegde bevoegdheid gebruik gemaakt.
De burgemeester heeft zijn besluit gebaseerd op de Bestuurlijke rapportage en de Aanvullende rapportage en in het op schrift gestelde besluit uitgebreid gemotiveerd dat alleen al het voorhanden hebben van zulke grote contante bedragen gevaar oplevert voor de openbare orde, en dat de witwasindicaties en daarbij de mutaties betreffende klanten met criminele antecedenten reden zijn om tot (directe) sluiting van het bedrijfspand over te gaan. Daarbij is in het besluit toegelicht dat het beleid is dat extra alert wordt opgetreden in een zeer kwetsbare wijk als Zaandam-Oost, waarin het bedrijfspand is gelegen (zie o.m. ECLI:NL:RVS: 2018:3439). De burgemeester heeft gewezen op de aanzienlijke kans dat criminele activiteiten worden voortgezet. Daarbij heeft de burgemeester een belangenafweging gemaakt en toegelicht waarom een waarschuwing of dwangsom weinig effectief is. De burgemeester heeft voorts overwogen dat niet gebleken is van een bijzondere binding van de bedrijfsvoering met de locatie en dat de bedrijfsactiviteiten verplaatsbaar zijn. Dit laatste is niet onderbouwd weerlegd door verzoeker.