In deze civiele procedure, aangespannen door [eiser] tegen [gedaagden], heeft de rechtbank Noord-Holland op 2 augustus 2023 een tweede tussenvonnis uitgesproken. De zaak betreft een geschil over wateroverlast en de noodzaak van deskundigenonderzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een deskundige op het gebied van geohydrologie moet worden benoemd om de oorzaak van de wateroverlast te onderzoeken en om te bepalen of maatregelen nodig zijn op het terrein van [gedaagden]. Beide partijen hebben hun voorkeuren voor deskundigen kenbaar gemaakt, waarbij [eiser] de voorkeur gaf aan Piet-Hein Spaans van Spaans Watermanagement B.V. en [gedaagden] voor Royal Haskoning DHV Nederland B.V. heeft gekozen. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen overwogen en besloten dat Royal Haskoning benaderd zal worden voor het deskundigenonderzoek. Echter, na contact met Royal Haskoning bleek dat de deskundigen tot begin 2024 niet beschikbaar zijn. De rechtbank heeft vervolgens een andere deskundige, Van der Meeren van bureau Bouw en Milieu, benaderd, die beschikbaar bleek te zijn. De kosten voor dit onderzoek zijn door de rechtbank aan beide partijen voorgelegd, waarbij [gedaagden] geen bezwaar had tegen de kosten, maar [eiser] wel. De rechtbank heeft de zaak opnieuw naar de rol verwezen voor uitlating van partijen over de persoon van de deskundige, met een termijn van zes weken in verband met de vakantieperiode. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat het te vroeg is om een tweede deskundige te benoemen voor de bomen in de windsingel, totdat de geohydrologische deskundige zijn conclusies heeft getrokken.