ECLI:NL:RBNHO:2023:14209

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 januari 2023
Publicatiedatum
27 mei 2024
Zaaknummer
324055
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schade aan Audi door non-conformiteit of tuning: deskundigenonderzoek noodzakelijk

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, staat de vraag centraal of de schade aan een Audi S6 het gevolg is van non-conformiteit bij de verkoop door de gedaagde of door tuning uitgevoerd door ABT. De eiser, [eiser] HOLDING B.V., heeft de auto gekocht van [gedaagde] B.V. en deze laten tunen door ABTNL B.V. Twee maanden na het verstrijken van de garantietermijn wordt ernstige schade aan de motor vastgesteld. De rechtbank concludeert dat de garantietermijn is verlopen en dat de eiser zich niet kan beroepen op garantie of coulance. De eiser heeft wel een begin van bewijs geleverd voor non-conformiteit, maar het is niet vastgesteld dat er sprake is van een fabrieksfout. De rechtbank oordeelt dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is om de oorzaak van de schade vast te stellen. De vordering jegens ABT wordt afgewezen, en de rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot na het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/324055 / HA ZA 22-28
Vonnis van 18 januari 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser] HOLDING B.V.,
te [plaats 1] (gemeente [gemeente] ),
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. D.L.A. van Voskuilen te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
te [plaats 2] ,
gedaagde partij 1,
hierna te noemen [gedaagde] ,
advocaat: mr. J. den Hartog te Utrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ABTNL B.V.,
te Lijnden,
gedaagde partij 2,
hierna te noemen ABT,
advocaat: mr. J. Bos te Amsterdam,
gedaagde partijen,

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 mei 2022;
- een B8 formulier met een akte vermeerdering eis van 12 december 2022;
- een B8 formulier met een akte overlegging producties 11 t/m 14 van de zijde van [eiser] van 12 december 2022;
- een B8 formulier met een akte overlegging producties 6 van de zijde van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling van 12 december 2022 waarbij partijen gebruik hebben gemaakt van spreekaantekeningen en waarvan voor het overige door de griffier aantekening is bijgehouden.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
[eiser] heeft een Audi type: S6, Avant TDI, van [gedaagde] gekocht en daarna de motor door ABT laten tunen. Twee maanden na het verstrijken van de garantietermijn is ernstige schade aan de motor vastgesteld. Kern van het geschil is de vraag of de schade zijn oorzaak vindt in non-conformiteit van de auto ten tijde van de verkoop door [gedaagde] of in de tuning van de motor. Vast staat dat de garantietermijn is verlopen zodat [eiser] daar geen beroep op kan doen. Evenmin kan hij zich op coulance ten aanzien van de garantietermijn beroepen. Omdat het beroep van [eiser] op garantie of coulance niet slaagt, ligt de vordering jegens ABT voor afwijzing gereed.
Omdat [eiser] zich op non-conformiteit van (de motor van) de auto beroept, is het aan hem om te stellen en zonodig te bewijzen dat sprake is van een fabrieksfout die ten tijde van de aankoop van de auto al aanwezig was. Gelet op het verweer van [gedaagde] heeft [eiser] weliswaar met het rapport van [betrokkene] een begin van bewijs geleverd, maar kan niet worden vastgesteld dat sprake is van een fabrieksfout die ten tijde van de aankoop van de auto al aanwezig was. Niet valt uit te sluiten dat de schade door de tuning van de auto is veroorzaakt. De beantwoording van de vraag of sprake is van non-conformiteit van de motor ten tijde van de aankoop van de auto, hangt mede af van de uitkomst van een nader deskundigenonderzoek waarover partijen zich mogen uitlaten. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.

3.De feiten

3.1.
[gedaagde] is een dealer van onder meer het merk Audi.
3.2.
ABT houdt zich bezig met het ‘tunen’ van auto’s. Dat betekent het optimaliseren van vermogen en verbruik van de motor.
3.3.
Tussen [eiser] en [gedaagde] is op 3 april 2020 een koopovereenkomst tot stand gekomen (hierna: de koopovereenkomst) met betrekking tot de koop en levering van een personenauto, merk Audi, type: S6, Avant TDI, met kenteken [kenteken] (hierna: de auto).
3.4.
Het kenteken deel I van de auto is uitgegeven op 3 juni 2019, zodat de fabrieksgarantie van twee jaar op 3 juni 2021 afliep. De kilometerstand van de auto was ten tijde van de koopovereenkomst 3.599 km.
3.5.
De koopprijs van de auto was € 100.000,00 inclusief btw.
3.6.
Op pagina 2 van de opdrachtbevestiging van 30 maart 2020 van [gedaagde] aan [eiser] staat:
Op al onze aanbiedingen en transacties zijn onze algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden van toepassing. Zij staan afgedrukt op de achterzijde van dit document. Bij aankoop van (nieuwe) auto’s gelden voorts de (door/namens de fabriek verstrekte garantievoorwaarden, die deel uitmaken van de mee te leveren voertuigdocumentatie. Koper verklaart door ondertekening in het bezit te zijn gesteld van de (bij het voertuig behorende) garantievoorwaarden, alsmede van de algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden en gaat met de inhoud onverkort akkoord.
3.7.
[eiser] wenste het vermogen van de auto met ‘standaard af fabriek 349 pk, te optimaliseren. ABT heeft daartoe op 13 mei 2020 een aanbod aan [eiser] gedaan (hierna: het aanbod). Het aanbod kwam er op neer dat het vermogen van de auto van 349 Pk/ 700 Nm naar circa 384 Pk/760 Nm zou gaan voor een bedrag van € 3.250,00 inclusief btw en inclusief montagekosten en twee jaar fabrieksgarantie behoud.
3.8.
In het aanbod staat onder ‘Garantie’ onder meer:
ABT Sportsline heeft unieke garantievoorwaarden ten opzichte van andere aanbieders. Dit heeft o.a. te maken met de hoge kwaliteit producten én de nauwe samenwerking met Audi (…).
(…)
Als we specifiek kijken naar Audi, dan geldt vanaf fabriek 2 jaar standaard fabrieksgarantie met de mogelijkheid dit te verlengen met respectievelijk 12, 24 of 36 maanden.
Bij ABT Sportsline gelden dezelfde garantietermijnen en is de eerste 2 jaar garantie volledig inbegrepen. Wanneer een Audi voorzien is van verlengde Fabrieksgarantie, kan dit ook bij ABT Sportsline verlengd worden.
Hiervoor gelden de volgende premies:
(…)
3.9.
[eiser] heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot verlenging van de fabrieksgarantie van twee jaar.
3.10.
Na aanvaarding van het aanbod heeft ABT de auto op 9 juni 2020 getuned.
3.11.
Op 24 augustus 2021 heeft [eiser] bij ABT telefonisch melding gemaakt van een storing in de motor van de auto. ABT heeft diezelfde dag per e-mail aan [eiser] laten weten dat de garantietermijn verloopt na twee jaar vanaf de datum eerste toelating en niet na twee jaar vanaf de installatie (de tuning).
3.12.
De auto is opgehaald bij de woning van [eiser] voor onderzoek en naar Audi Centrum Rotterdam gebracht. Audi Centrum Rotterdam is tot de conclusie gekomen dat een geheel nieuwe motor moet worden gemonteerd en heeft daarvoor op 7 september 2021 een prijsopgave gedaan van € 28.062,08 inclusief btw. Zij heeft vervolgens op 5 oktober 2021 per e-mail aan [eiser] geschreven:
Het is niet dat wij u niet willen helpen.
Wij kunnen uw Audi niet repareren onder coulance omdat deze getuned is.
3.13.
[gedaagde] heeft op 15 september 2021 twee offertes aan [eiser] uitgebracht voor reparatie van de motor, één inclusief turbo voor € 21.500,00 en één zonder turbo voor € 20.750,00, beide inclusief btw.
3.14.
In opdracht van [eiser] heeft de heer [betrokkene] (hierna: [betrokkene] ) van Expertise Bureau [betrokkene] onderzoek verricht naar de oorzaak van het defect raken van de auto. In zijn rapport van14 maart 2022 heeft [betrokkene] geschreven:
Op 28 februari 2022 bezocht ik (…) Audi Centrum Rotterdam en had een gesprek met de werkplaatschef.
Hij deelde mij mee dat ze bij binnenkomst de ECU hebben uitgelezen en geen storingen hebben uitgelezen.
Na demontage van her carter constateerde men een uitgelopen drijfstanglager.
(…)
Nadat het voertuig op de hefbrug werd geplaatst werd het carter (foto 1 en 3) gedemonteerd. In eerste instantie heb ik van de nog aanwezige motorolie een monster genomen.
In het carter werden diverse delen aangetroffen afkomstig van een volledig versleten drijfstanglager.
Na demontage van de lagerkap van de drijfstang van de vierde cilinder (foto 3) trof ik een volledig versleten lagerschaal aan en resten van een lagerschaal (foto 4 en 5).
Na bestudering van het slijtagebeeld van de lagerschalen stel ik vast dat ergeensprake is geweest van een smeertekort maar dat er sprake is geweest vanabrasiveslijtage.
In onderhavig geval ben ik stellig van mening dat de slijtage van de motor absoluut niet is veroorzaakt door het tunen van de motor.
Een dergelijk defect (slijtage) aan de lagers van een dergelijke motor van dit kaliber kan onmogelijk veroorzaakte worden door het tunen van 349 pk naar 384pk.
Op 3 maart 2022 heb ik het oliemonster aangetekend verzonden naar Bureau Veritas te Rotterdam die het oliemonster heeft geanalyseerd.
Uit de analyse blijkt dat het monster eenhoog slijtagebeeldvertoon (…).
3.15.
[gedaagde] heeft op 31 maart 2022 opdracht gegeven aan CED Nederland B.V. (hierna: CED) die eveneens onderzoek naar de motor van de auto heeft gedaan door een bezoek aan de dealer in Rotterdam en contact met [betrokkene] . In de rapportage van 2 juni 2022 van CED staat onder meer:
Ten tijde van onze expertise stelden wij vast dat alleen het carter was gedemonteerd en één drijfstanglager. Verder waren er geen demontages uitgevoerd. Zelf hebben wij een tweede drijfstanglager laten demonteren om ook deze te kunnen beoordelen. Verdere ‘eenvoudige’ demontages waren, door de constructie van de motor, niet mogelijk. Daarvoor moeten er ingrijpende verdere demontages worden uitgevoerd. (…)
TECHNISCH INDERZOEK MOTOR
Carter:
In het carter was metaalslijpsel aanwezig. Gezien de aard en vorm lijkt dit afkomstig van het lagerwerk van het drijfstanglager van de tweede cilinder (geteld vanaf het front van de auto).
(…)
Het carter was niet ingedrukt of vervormd.
Drijfstanglagers:
De drijfslangkap van de tweede cilinder (geteld vanaf het front van de auto) was losgenomen.
Het drijfstanglager was niet bij de auto aanwezig. Wij vernamen van de heer [betrokkene] van EBD dat hij dit mee naar huis had genomen, In de stukken was een foto van het drijfstanglager aanwezig, Dit was compleet uitgelopen, Dit komt ook overeen met de delen van het lagerwerk welke wij in het carter aantroffen.
De drijfstangkap van de eerste cilinder was niet gedemonteerd. Deze is door de dealer in ons bijzijn gedemonteerd. De betreffende drijfstanglager was intact en vertoonde geen slijtagesporen. (…)
Olie-aanzuigzeef:
Door ons is ook de olie-aanzuigzeef gecontroleerd. Daarin bleek een veertje aanwezig, De herkomst van de veer is niet te lokaliseren zonder verdere demontages van de motor.
Oliemonster:
Door EBD was een oliemonster genomen en laten analyseren door een laboratorium; de uitslag was als bijlage in de door ons ontvangen stukken aanwezig. Daaruit kwam naar voren dat er sprake was van een hoog slijtagebeeld. Dit wordt naar onze mening veroorzaakt door het stuk gelopen drijfstanglager van de tweede cilinder en is een gevolg van en lijkt niet de oorzaak, gezoen het ontbreken van scheade of slijtagesporen aan het eerste drijfstanglager.
Uitlezing:
Volgens de dealer waren er geen foutcodes aanwezig bij binnenkomst. Wij hebben om de uitlezing gevraagd maar mochten deze tot op heden, 13 april 2022, nog niet ontvangen. Zowel de dealer als van de heer [betrokkene] , vernamen wij dat er in de data geen bijzonderheden waren geconstateerd.
Vloeistoffen:
Bij de binnenkomst zouden, volgens de verklaring van de dealer, het oliepeil en koelvloeistofpeil in orde zijn geweest.
SCHADE-OORZAAK EN CONCLUSIE
Naar aanleiding van ons technisch onderzoek zijn wij van mening dat de stelling van de heer [betrokkene] dat abrasieve slijtage de oorzaak is van het stuk lopen van het drijfstanglager van de tweede cilinder geen stand houdt. Als er sprake was van abrasieve slijtage dan had het in de lijn der verwachtingen gelegen, dat ook het eerste drijfstanglager hierdoor beschadigd, dan wel versleten zou zijn, Dit deel is echter niet door ons aangetroffen aan dit lager. Abrasieve slijtage als oorzaak van de motorschade is derhalve niet aannemelijk.
Verder zou uit de olie-analyse blijken dat er een verhoogd slijtagebeeld in de motorolie aanwezig was. Dit slijtagebeeld wordt volgens ons veroorzaakt door het uitlopen van de drijfstanglager van de tweede cilinder waardoor metalen delen en slijpsel in de motorolie terecht zijn gekomen en is derhalve een gevolg van, en niet de oorzaak van.
Dat tuning van de motor een mogelijk oorzaak is van deze schade, is niet uitgesloten. Bij tuning wordt namelijk het vermogen en koppel wat de motor levert en daarmee de verbrandingsdrukken in de motor verhoogd. Dit houdt ook in dat motor onderdelen, zoals de drijfstanglagers, zuigers, drijfstangen, enzovoort zwaarder mechanisch worden belast. De fabrikant schrijft namelijk niet voor niets voor dat de motor niet getuned mag worden, dit ook om mogelijke motorschade te voorkomen.
Naar onze visie moet, voor daadwerkelijk gefundeerd onderzoek naar de oorzaak van de motorschade, de motor gedemonteerd worden en tot in delen uit elkaar worden genomen. Op basis van alleen een gedemonteerde carter en de constatering van een uitgelopen drijftanglager en een onbeschadigd drijfstanglager, is er namelijk geen gefundeerde conclusie te trekken. Daarbij is tuning als mogelijk oorzaak, in dit stadium zeker niet uit te sluiten.
OVERLEG CONTRA-EXPERT
Over onze zienswijze, zoals bovenstaand omschreven, hadden wij telefonisch contact met de eerste expert, de heer [betrokkene] . Wij hebben hem medegedeeld dat op basis van de nu gedane demontages geen enkele gefundeerde uitspraken is te doen over de oorzaak van de motorschade en dat dit alleen kan als de complete motor wordt onderzocht. De heer [betrokkene] is ook van mening dat voor een gefundeerde conclusie de motor verder gedemonteerd pet worden.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert - samengevat – na vermeerdering van eis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
  • [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] te voldoen een bedrag van € 36.997,20, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over een hoofdsom van € 28.062,08 gerekend vanaf de dag van dagvaarding en tot aan de dag van algehele voldoening;
  • [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] een bedrag van € 7.829,50
Subsidiair:
  • ABT te veroordelen om aan [eiser] te voldoen een bedrag van € 36.997,20, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over een hoofdsom van € 28.062,08 gerekend vanaf de dag van dagvaarding en tot aan de dag van algehele voldoening;
  • ABT te veroordelen om aan [eiser] een bedrag van € 7.829,50 te voldoen;
Meer subsidiair:
- de koopovereenkomst te ontbinden en [gedaagde] te veroordelen een bedrag van € 80.000,00 te voldoen ter zake van het restant van de hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente gerekend vanaf de datum van het wijzen van het vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
Meer subsidiair:
- een bedrag van € 20.000,00 aan afschrijving;
en in alle gevallen:
  • veroordeling in de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.105,62;
  • veroordeling van gedaagden in de kosten van deze procedure.
4.2.
[gedaagde] en ABT concluderen tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure, waaronder ook nakosten, vermeerderd met wettelijke rente .
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Kern van het geschil is de vraag of de schade aan de motor van de auto zijn oorzaak vindt in non-conformiteit ten tijde van de verkoop door [gedaagde] of in de daarna toegepaste tuning van de motor. Omdat de schade twee maanden na verstrijken van de garantietermijn is vastgesteld, speelt daarnaast de vraag of [eiser] zich op coulance ten aanzien van de garantietermijn kan beroepen. Gelet op de verwevenheid van de vorderingen jegens [gedaagde] en ABT zullen deze samen worden behandeld.
5.2.
[eiser] heeft primair gesteld dat [gedaagde] haar verbintenis uit de koopovereenkomst tot het leveren van een ‘conforme’ Audi S6 niet is nagekomen en dat deze tekortkoming haar kan worden toegerekend. De auto beantwoordt niet aan de overeenkomst omdat zij, mede gelet op het feit dat het een nauwelijks gebruikte vrijwel nieuwe auto betreft, niet de eigenschappen bezit die [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. [eiser] mocht immers verwachten dat de motor langer dan twee jaar en twee maanden en 50.000 gereden kilometers mee zou gaan, zonder dat daarvoor een reparatie van € 28.062,08 noodzakelijk is. Ook nadat de motor licht getuned is, aldus [eiser] . Subsidiair doet [eiser] een beroep op de garantiebepaling. Hij heeft gesteld dat het weigeren van een beroep op de garantie of coulance in de gegeven situatie leidt tot een resultaat dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De tekortkoming is namelijk vlak na het verstrijken van de garantietermijn vastgesteld, maar zou bij inwendige keuring van de motor vóór het verstrijken van de termijn kenbaar zijn geworden, aldus [eiser] .
Jegens ABT heeft [eiser] zich op het standpunt gesteld dat ABT dezelfde coulance als Audi moet verlenen, omdat ABT de garantie van Audi op de auto één op één heeft overgenomen. Omdat Audi heeft aangegeven dat zij zonder tuning coulance zou hebben verleend, moet ABT dezelfde coulance verlenen, aldus nog steeds [eiser] .
5.3.
[gedaagde] betwist dat de auto niet aan de verwachtingen beantwoordt die [eiser] daarvan redelijkerwijs mocht hebben. Daarvoor heeft [eiser] onvoldoende gesteld althans bewezen dat sprake is van een fabrieksfout die in de risicosfeer van [gedaagde] ligt en niet in de eigen keuze van [eiser] om de auto te laten tunen. Bij navraag bij de importeur bleek dat in 2021 geen enkele kwaliteitsmelding of melding met reparatieadvies met betrekking tot motorschade is opgesteld aan een motor als de onderhavige. Zelfs als er aanwijzingen voor een fabrieksfout zouden zijn, geldt dat de causale keten door de keuze van motortuning is vertroebeld. De fabrieksgarantie is om twee redenen vervallen. Ten eerste omdat de termijn hiervan was verlopen op moment dat de motor ‘kuren’ begon te krijgen. Ten tweede vervalt de garantie zodra een koper de auto laat tunen en daarmee de elektronische zegel wordt verbroken. Dat staat in garantievoorwaarden van Audi én [gedaagde] . Er is bovendien geen sprake van een tekortkoming die ontbinding rechtvaardigt, aldus [gedaagde] .
5.4.
ABT betwist dat zij aansprakelijk is jegens [eiser] , omdat de garantietermijn is verstreken. [eiser] heeft geen gebruik gemaakt van het aanbod van een verlengde garantie. Daarnaast is ABT niet verplicht tot het geven van coulance, aldus ABT.
Primair verweer [gedaagde]
5.5.
Voor zover [gedaagde] heeft gesteld dat de inhoud van de dagvaarding niet tot toewijzing van enige vordering jegens haar kan leiden, omdat [gedaagde] vóór de dagvaarding geen aansprakelijkstelling heeft ontvangen en in de dagvaarding maar één keer bij naam wordt genoemd, slaagt dat verweer niet. Hoewel gesteld handelen van Audi Centrum Rotterdam en de fabrikant Audi niet aan [gedaagde] kan worden toegerekend, blijkt uit de dagvaarding dat [eiser] [gedaagde] aanspreekt op de gestelde non-conformiteit van de door haar geleverde auto. Dat hij [gedaagde] vooraf niet aansprakelijk heeft gesteld doet daar niet aan af.
5.6.
Omdat het primaire verweer van [gedaagde] niet slaagt, moet beoordeeld worden of het verweer van [gedaagde] en ABT dat [eiser] geen beroep op garantie of coulance toekomt, slaagt.
Beroep op garantie of coulance
5.7.
Vast staat dat de termijn van de fabrieksgarantie was verlopen op het moment dat de tekortkoming is vastgesteld. [eiser] erkent dat ook. Het verweer dat [eiser] daar jegens [gedaagde] of ABT geen beroep meer op kan doen, slaagt daarom. Zelfs wanneer zou blijken dat de tekortkoming in de motor van de auto al vóór het verstrijken van de garantietermijn aanwezig was, heeft [eiser] te laat een beroep op de fabrieksgarantie gedaan. Het wezen van een garantie is nu eenmaal dat de mogelijkheid van beroep daarop na een bepaalde tijd verloopt. Een koper kan zich – zoals [eiser] ook heeft gedaan – in dat geval op non-conformiteit beroepen. Dat een beroep op een garantie eenvoudiger is mag duidelijk zijn, maar dat maakt het weigeren van een beroep op de garantie na verstrijken van de garantietermijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.
5.8.
Het beroep van [eiser] op coulance ten aanzien van de overschrijding van de garantietermijn slaagt evenmin. Hij heeft slechts gesteld dat Audi Centrum Rotterdam heeft aangegeven dat zij zonder tuning coulance zou hebben verleend. Dat betekent niet dat [gedaagde] of ABT dat ook zouden hebben gedaan. In elk geval betwisten zij dat. Bovendien heeft [eiser] de auto nu juist wél laten tunen. Daarbij is ook niet gebleken dat de fabrikant Audi zonder tuning coulance zou hebben verleend. Het betoog dat [gedaagde] of ABT dezelfde coulance als Audi (of dit nu Audi Centrum Rotterdam of de fabrikant Audi is) zouden moeten verlenen wordt daarom verworpen. Dat bij verkoop door [gedaagde] de door/namens de fabriek verstrekte garantievoorwaarden golden of dat ABT de fabrieksgarantie één op één heeft overgenomen, maakt dat dus niet anders.
5.9.
Omdat het beroep van [eiser] op garantie of coulance niet slaagt, ligt de vordering jegens ABT voor afwijzing gereed. [eiser] heeft namelijk expliciet aangegeven dat de vordering op ABT niet is gebaseerd op een tekortkoming in de tuning. Ten aanzien van de vordering jegens [gedaagde] zal nog beoordeeld moeten worden of het primaire beroep op non-conformiteit slaagt.
Non-conformiteit
5.10.
Omdat [eiser] zich op non-conformiteit van (de motor van) de auto beroept, is het aan hem om te stellen en zonodig te bewijzen dat sprake is van een fabrieksfout die ten tijde van de aankoop van de auto al aanwezig was. Gelet op het verweer van [gedaagde] heeft [eiser] weliswaar met het rapport van [betrokkene] een begin van bewijs geleverd, maar kan nog niet worden vastgesteld dat sprake is van een fabrieksfout die ten tijde van de aankoop van de auto al aanwezig was. Gelet op het door [gedaagde] overgelegde rapport van CED, waarin wordt geconcludeerd dat abrasieve slijtage als oorzaak van de motorschade niet aannemelijk is, valt namelijk niet uit te sluiten dat de schade door de tuning van de auto is veroorzaakt.
5.11.
Gelet op hetgeen [eiser] heeft gesteld en de door hem en [gedaagde] overgelegde rapporten, zal de beoordeling van de vraag of sprake is van non-conformiteit van de motor van de auto ten tijde van de aankoop, afhangen van de vraag of kan worden vastgesteld dat bij aankoop sprake was van een fabrieksfout die er toe heeft geleid dat de motor zodanig beschadigd is dat deze vervangen moet worden. De bewijslast blijft bij [eiser] liggen.
5.12.
Om de onder 5.11 bedoelde vraag te kunnen beantwoorden, zal een deskundige moeten worden benoemd. Op de comparitie van partijen is deze (mogelijke) benoeming al aan de orde geweest en hebben partijen te kennen gegeven dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige. Het komt de rechtbank het meest praktisch voor als de door partijen ingeschakelde “deskundigen”, te weten [betrokkene] namens [eiser] en CED namens [gedaagde] samen één onafhankelijke partij aanwijzen die vervolgens door de rechtbank als deskundige benoemd zal worden. Genoemde partijen kunnen immers beter dan de rechtbank bepalen over welke competenties de deskundige zou moeten beschikken en wie in de markt aan dat profiel voldoet. De te benoemen deskundige zal onderzoek moeten doen en schriftelijk moeten berichten over de navolgende vragen:
Wat is de oorzaak van de schade aan de motor? Is die oorzaak gelegen in een fabrieksfout of in de tuning?
Als de oorzaak van de schade is gelegen in een fabrieksfout, kan de tuning aan de schade hebben bijgedragen en zo ja in welke mate?
Zijn er gevallen bekend van Audi’s met een fabrieksfout in een drijfstanglager? Zo ja welke/hoeveel?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
Bij het (nadere) onderzoek zal de motor van de auto verder gedemonteerd moeten worden, zodat ook de overige drijfstanglagers, zuigers, drijfstangen en andere relevante onderdelen van de motor onderzocht kunnen worden.
5.13.
Partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld om (in een korte akte) kenbaar te maken welke deskundige door [betrokkene] en CED gezamenlijk is aangewezen en om zich uit te laten over de te stellen vragen. Indien zij aanvullingen of wijzigingen wensen, dienen zij daartoe concrete tekstvoorstellen te doen. De zaak zal hiertoe worden verwezen naar de rol van: 1 maart 2023.
5.14.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige(n) in beginsel door de eisende partij moet worden gedeponeerd. [eiser] zal het voorschot op grond van artikel 195 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering moeten betalen.
5.15.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vordering jegens ABT af;
6.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 1 maart 2023voor het nemen van een akte door beide partijen met het in r.o. 5.12 omschreven doel,
6.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2023.
1621

Voetnoten

1.zijnde vijf maanden die zijn verstreken na het uitbrengen van de dagvaarding als zijnde een redelijke vergoeding voor de stilstand die nu al 16 maanden duurt