Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- eiser, vertegenwoordigd door mr. L.A. Korfker,
- verweerder, vertegenwoordigd door mr. J. van den Berg,
- de vrouw, vertegenwoordigd door mr. S. Bouddount.
2.De beoordeling
Dat de strafzaak is geseponeerd doet aan het vorenstaande niet af. Zoals verweerder terecht heeft gesteld, is het volgens vaste jurisprudentie immers niet vereist dat bij het opleggen van een huisverbod wordt vastgesteld of aannemelijk is dat er strafbare feiten zijn gepleegd. Een ernstig vermoeden van ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van een persoon in de woning is voldoende. Uit het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten, omtrent het filmpje dat eiser aan hen heeft laten zien, volgt overigens niet, wat er ook van zij, dat te zien was dat eiser door de vrouw is aangevallen.
Gelet op het feit dat eiser werd verdacht van geweldpleging en de vrouw nog maar kort bij eiser in Nederland woonde, heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank terecht het belang van de vrouw zwaarder laten wegen dan het belang van eiser op een ongestoord verblijf in de woning. De omstandigheid dat eiser geen alternatief onderdak had, maakt evenmin dat verweerder het huisverbod achterwege had moeten laten. De vrouw had immers ook geen alternatief onderdak en eiser wordt zelfredzamer geacht dan de vrouw. Tot slot maakt de omstandigheid dat de hulpverlening na het huisverbod onvoldoende op gang is gekomen, zoals verweerder erkent, evenmin dat verweerder het huisverbod achterwege had moeten laten. Bij het opleggen van een huisverbod is een ernstig vermoeden van gevaar immers voldoende.
Verweerder heeft zodoende in redelijkheid kunnen besluiten het huisverbod op te leggen aan eiser. Betrokkenen zijn voorafgaand aan het besluit gehoord. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is naar het oordeel van de rechtbank niet gebleken van een schending van het zorgvuldigheids- en evenredigheidsbeginsel. Evenmin is sprake van een schending van het motiveringsbeginsel. Het besluit is weliswaar summier gemotiveerd maar naar het oordeel van de rechtbank afdoende, en zodanig dat het eiser duidelijk was waarom dit besluit ten aanzien van eiser is genomen.