Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
[passagier sub 2]
[passagier sub 3] ,pro se en in hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger voor haar minderjarige kind
[minderjarige 1]
[passagier sub 4]
[passagier sub 5]
[passagier sub 6]
[passagier sub 7]pro se en in hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger voor zijn minderjarige kind
[minderjarige 2]
Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 6.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 december 2018, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- primair € 847,00 en subsidiair € 816,75 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Het primair gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal de vordering of het gevorderde bedrag dan ook toewijzen tot het subsidiair gevorderde en wettelijke tarief, te weten € 816,75 (inclusief btw), en voor het overige afwijzen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is ook toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat de passagiers in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kan maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
6.De beslissing
griffierecht € 240,00;
salaris gemachtigde € 660,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;