ECLI:NL:RBNHO:2023:1463

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
9577856 \ CV EXPL 21-8271
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft AirHelp Limited, een vennootschap gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc. naar aanleiding van de annulering van een vlucht van London Heathrow naar Amsterdam-Schiphol op 5 februari 2020. De vordering is gebaseerd op de Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie regelt voor luchtreizigers bij annuleringen. AirHelp vorderde een compensatie van € 250,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vervoerder, British Airways, betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden en een capaciteitsreductie op de luchthaven London Heathrow. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de vlucht inderdaad geannuleerd is. De vervoerder heeft voldoende aangetoond dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, waardoor de compensatieplicht niet van toepassing was. De kantonrechter heeft de vordering van AirHelp afgewezen en de proceskosten voor rekening van AirHelp gesteld. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter S.N. Schipper op 1 februari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9577856 \ CV EXPL 21-8271
Uitspraakdatum: 1 februari 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar het recht harer vestiging
AirHelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiseres
hierna te noemen AirHelp
gemachtigde mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
British Airways Plc.
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. J.J.O. Zandt

1.Het procesverloop

1.1.
AirHelp heeft bij dagvaarding van 17 november 2021 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
AirHelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven. AirHelp heeft, ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, geen akte meer genomen.

2.De feiten

2.1.
De passagier [passagier] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van London Heathrow Airport naar Amsterdam-Schiphol Airport op 5 februari 2020, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd.
2.3.
De passagier heeft zijn gepretendeerde vorderingsrecht overgedragen aan AirHelp. AirHelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde annulering.
2.4.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
AirHelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering en voert daartoe aan dat de vlucht is geannuleerd als gevolg (van doorwerking) van weersomstandigheden en een capaciteitsreductie op en rond de luchthaven London Heathrow. De annulering is dan ook het gevolg van buitengewone omstandigheden die de vervoerder, ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen, niet had kunnen voorkomen.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Niet in geschil is dat de vlucht is geannuleerd. Nu gesteld noch gebleken is dat de vervoerder zich kan beroepen op artikel 5 lid 1 onder c van de Verordening, geldt er in beginsel een compensatieplicht voor de vervoerder. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. In punt 14 van de Considerans van de Verordening heeft de gemeenschapswetgever erop gewezen dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen.
5.3.
De vervoerder voert aan dat op 5 februari 2020 sprake was van bodemvorst, alsmede van mist en nevel en daaruit voortvloeiende beperkte zichtbaarheid rondom London Heathrow. Hierdoor was het luchtverkeersbeheer genoodzaakt om beperkingen in te stellen. Op de luchthaven London Heathrow is een ‘flow rate’ (aantal vluchten die per uur mogen arriveren) van 48 vluchten per uur gebruikelijk. Om 07:20 uur UTC werd de ‘flow rate’ verminderd naar 24 vluchten per uur, waardoor vluchten met een vertraging van 65 minuten landen op Heathrow. Om 07:45 uur UTC werd het aantal arriverende vluchten verlaagd naar 20 vluchten per uur, waardoor een vertraging van 100 minuten ontstond. Vanwege de problematische weersomstandigheden moesten vijftien vluchten naar andere vliegvelden uitwijken. Naar mate de dag vorderde, liepen de vertragingen steeds verder op. Omdat er door de ‘flow rates’ minder vluchten aankwamen dan gepland, liepen de vertrekkende vluchten (met diezelfde toestellen) ook vertragingen op. Naast een beperking van arriverende vluchten werden ook steeds meer ‘slot delays’ opgelegd. Zo kwam het toestel waarmee de vlucht uitgevoerd zou worden meer dan twee uur (met 127 minuten) later dan gepland aan. De enorme vertragingen als gevolg van de weersomstandigheden hadden een enorme impact op het schema van de vervoerder. De vervoerder was derhalve genoodzaakt om vluchten te annuleren, aldus de vervoerder.
5.4.
Om te bepalen welke vluchten geannuleerd moesten worden hield de vervoerder rekening met verschillende factoren. Doordat de voorafgaande vlucht met een vertraging van 127 minuten binnenkwam moest de vlucht op grond van deze criteria worden geannuleerd om ergere vertragingen te voorkomen. Aangezien London Heathrow de thuisbasis is van de vervoerder zullen beperkingen op deze luchthaven ook vrijwel altijd van invloed zijn op de vluchten van de vervoerder, aldus nog steeds de vervoerder.
5.5.
De kantonrechter overweegt dat een capaciteitsreductie een buitengewone omstandigheid kan vormen indien de vervoerder aantoont dat hij, gelet op de duur en mate van de restricties, geen andere keuze had dan tot annulering van de vlucht over te gaan. De kantonrechter is van oordeel dat de vervoerder met de door hem overgelegde stukken en toelichting daarop is geslaagd. De vervoerder heeft gemotiveerd onderbouwd dat het aantal arriverende vluchten te London Heathrow is verminderd door de weersomstandigheden en dat zelfs een aantal vluchten vanwege de weersomstandigheden heeft moeten uitwijken naar een andere luchthaven. De vervoerder heeft verder de stelling van AirHelp dat uit het HOEC-rapport volgt dat de beperkingen slechts golden tot 09:00 uur UTC, gemotiveerd weersproken. Hiertoe heeft de vervoerder toegelicht dat uit de opmerking ‘canx 1320’ (in het Travel Management Log) kan worden opgemaakt dat de regulaties op 13:20 uur UTC zijn geannuleerd. De vlucht stond gepland om 12:50 uur UTC te vertrekken. Onweersproken is dat de voorafgaande vlucht met een vertraging van 127 minuten te London Heathrow is aangekomen. Daarbij heeft de vervoerder ook voldoende aannemelijk gemaakt dat hij door de capaciteitsreductie en de daaropvolgende vertraging van de voorgaande vlucht genoodzaakt was juist deze vlucht te annuleren. Verder heeft de vervoerder onbetwist gesteld dat capaciteitsbeperkingen vrijwel altijd van invloed zijn op de vluchten van de vervoerder omdat hij zijn thuisbasis heeft op London Heathrow. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter dan ook van oordeel dat de vervoerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de capaciteitsreductie van de luchtverkeersleiding als gevolg van de slechte weersomstandigheden in dit geval een buitengewone omstandigheid oplevert.
5.6.
De vraag die vervolgens dient te worden beantwoord is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering te voorkomen dan wel de vertraging van de passagier te beperken. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend. De vervoerder voert aan dat de passagier is omgeboekt naar de eerst mogelijke vlucht, hetgeen niet door AirHelp is betwist. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder nog meer had moeten nemen. De vordering tot betaling van compensatie op grond van artikel 7 van de Verordening zal dan ook worden afgewezen.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van AirHelp, omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten komen voor rekening van AirHelp, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt AirHelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 160,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt AirHelp tot betaling van € 40,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
6.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter