In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en de luchtvaartmaatschappij Lot Polish Airlines. De passagier had een vordering ingesteld wegens de annulering van haar vlucht van Warschau naar Moskou op 5 november 2018. De passagier vorderde compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen. De vervoerder, Lot Polish Airlines, betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden op de bestemming.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de vlucht inderdaad is geannuleerd. De vervoerder moest aantonen dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder voldoende bewijs had geleverd dat de annulering te wijten was aan slechte weersomstandigheden, waardoor de gezagvoerder genoodzaakt was om de vlucht af te breken en terug te keren naar Warschau. De kantonrechter concludeerde dat de vervoerder alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te voorkomen en dat de vordering van de passagier moest worden afgewezen.
De proceskosten werden toegewezen aan de vervoerder, aangezien de passagier ongelijk kreeg. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.