Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats]
[passagier sub 2], wonende te [woonplaats]
[passagier sub 3], wonende te [woonplaats]
[passagier sub 4]
[passagier sub 5]beiden wonende te [woonplaats]
[passagier sub 6]
[passagier sub 7]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
- € 4.200,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 april 2017, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 726,00 dan wel € 659,45 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.De beoordeling
slot delayopgelegd voor de duur van 28 minuten. Ter onderbouwing verwijst de vervoerder naar producties één, twee en drie bij conclusie van antwoord. In productie één bij conclusie van antwoord, staat onder meer het volgende vermeld: “
There was a 2 min departure delay due to the TRM slightly delaying gate closure but this had no impact on the overall slot delay. BA428 pushed back at 05:43 after a further 1 min due ATC but was held for 43 mins on the ground before being allowed to take-off due to the slot delay.” Door deze vertraging is de onderhavige vlucht ook vertraagd uitgevoerd.
slot delaywas opgelegd, hetgeen blijkt uit het CFMU-rapport. Uit dit rapport blijkt weliswaar dat een slot delay van 28 minuten is opgelegd, maar onduidelijk is aan welke vlucht deze
slot delayis opgelegd. Er wordt geen vluchtnummer of toestelnummer genoemd. Deze vertraging kan hierdoor niet gerelateerd worden aan vlucht BA428. Tevens kan dit niet uit de
Traffic Manager’s Logvan 28 april 2017 worden opgemaakt. Er wordt gesproken over gewijzigde slottijden tot 28 minuten, maar nergens blijkt uit dat ook specifiek aan vlucht BA428 een gewijzigde slottijd is opgelegd. Ook anderszins is dit niet gebleken. De vervoerder heeft nog een bewijsaanbod gedaan door het overleggen van extra documentatie, maar de kantonrechter gaat hieraan voorbij. Niet gebleken is waarom de vervoerder dit niet in een eerder stadium van de procedure kon overleggen. Met de passagiers is de kantonrechter dan ook van oordeel dat de vervoerder onvoldoende heeft onderbouwd dat aan vlucht BA428 een gewijzigde slottijd was opgelegd, zodat hij ten aanzien van deze vertraging geen geslaagd beroep kan op buitengewone omstandigheden.
start-up delay, als gevolg waarvan een vertrekvertraging van 10 minuten is ontstaan. Hierbij heeft de vervoerder toegelicht dat een
start-up delayhet gevolg is geweest van een beslissing van de luchtverkeersleiding om een toestel niet te laten vertrekken. Tevens heeft de vervoerder aangevoerd dat het toestel tijdens de vlucht extra vertraging opliep voor de duur van acht minuten. De resterende vertraging (te weten achttien minuten) van de onderhavige vlucht levert geen buitengewone omstandigheid op. De vervoerder heeft immers geen stukken overgelegd of (voldoende) onderbouwing gegeven waaruit zou kunnen blijken dat de overige vertraging van achttien minuten een buitengewone omstandigheid oplevert. De vervoerder heeft nog een beroep gedaan op het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 3 juni 2020 (ECLI:NL:RNHO:2020:4170) waarin is geoordeeld dat een
start-up delayaan te merken is als een buitengewone omstandigheid. Dit maakt het oordeel niet anders. Anders dan in voornoemde zaak heeft de vervoerder niet (voldoende) onderbouwd dat de luchtverkeersleiding een gewijzigde slot aan het toestel heeft opgelegd.
5.De beslissing
griffierecht € 226,00;
salaris gemachtigde € 528,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;