ECLI:NL:RBNHO:2023:1701

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
28 februari 2023
Zaaknummer
9592129 \ CV EXPL 21-8588
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot compensatie luchtvaartclaim na annulering vlucht

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O., vertegenwoordigd door mr. H. Bulut-Yazir, wegens compensatie na de annulering van een vlucht. De vordering is ingesteld op 7 december 2021, waarbij AirHelp stelt dat de passagier op 10 maart 2020 van Amsterdam naar Bangkok zou worden vervoerd, maar dat de vlucht is geannuleerd. AirHelp vordert een bedrag van € 600,00, vermeerderd met wettelijke rente, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie regelt voor luchtreizigers bij annulering van vluchten.

De vervoerder betwist de vordering en stelt dat AirHelp niet-ontvankelijk is, omdat de aanmaning voor de rechtszaak niet door de juiste partij is verzonden. De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder niet heeft aangetoond dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden en dat AirHelp recht heeft op compensatie. De kantonrechter stelt vast dat de vervoerder rauwelijks is gedagvaard, omdat de aanmaning niet door de juiste partij is verzonden. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

De kantonrechter heeft de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 600,00 aan AirHelp, te vermeerderen met wettelijke rente, en heeft het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 4 januari 2023 door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9592129 \ CV EXPL 21-8588 (RH)
Uitspraakdatum: 4 januari 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiser
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara (Turkije)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. H. Bulut-Yazir (AdvocatenvanOranje)

1.Het procesverloop

1.1.
AirHelp heeft bij dagvaarding van 7 december 2021 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
AirHelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[de passagier] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier op 10 maart 2020 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport, via Istanbul Havalimani Airport, Istanbul (Turkije), naar Suvarnabhumi Airport, Bangkok (Thailand).
2.2.
De passagier heeft de gepretendeerde vordering op 20 maart 2020 middels cessie overgedragen aan AirHelp Limited.
2.3.
Bij brief van 24 maart 2020 heeft mr. Lof compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met een vermeende annulering van de vlucht van Istanbul naar Bangkok, met vluchtnummer TK58 (hierna: de vlucht).
2.4.
Op haar beurt heeft AirHelp Limited op 1 november 2021 haar vorderingsrecht gecedeerd aan AirHelp.
2.5.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag van betaling;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
AirHelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is de compensatie te voldoen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering. Het verweer van de vervoerder strekt ertoe AirHelp niet‑ontvankelijk te verklaren in zijn vordering althans die af te wijzen. Hij voert aan dat AirHelp Limited haar vordering op 1 november 2021 heeft overgedragen aan AirHelp, en dat de ‘Letter Before Action’ van 24 november 2020 namens de passagier door mr. D.E. Lof aan de vervoerder is verzonden. Ten tijde van het verzenden van deze aanmaning had mr. D.E. Lof geen volmacht van de passagier of van AirHelp om de claim te eisen, aldus de vervoerder. AirHelp heeft daarom zonder (rechtsgeldige) aanmaning het compensatiebedrag van de vervoerder gevorderd, hetgeen inhoudt dat de vervoerder rauwelijks is gedagvaard. Hierdoor zijn de elementaire beginselen van het procesrecht geschonden, aldus de vervoerder. De vervoerder meent dat AirHelp om deze reden niet-ontvankelijk is in zijn vordering, dan wel dat de vordering van AirHelp dient te worden afgewezen.
4.2.
De vervoerder voert tevens inhoudelijk verweer. Op het verweer wordt – voor zover relevant – bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
In de conclusie van antwoord heeft de vervoerder zich op het standpunt gesteld dat de passagier is omgeboekt naar een vervangende vlucht van Istanbul naar Bangkok (met vluchtnummer TK64). Ter onderbouwing daarvan heeft de vervoerder het vluchtschema van de alternatieve vlucht overgelegd. In de conclusie van dupliek heeft de vervoerder zijn standpunt gewijzigd en heeft hij aangevoerd dat de vlucht niet is geannuleerd, maar is vertraagd en dat de passagier met deze vertraagde vlucht zijn eindbestemming heeft bereikt. De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder niet heeft toegelicht waarom hij het standpunt dat de vlucht vertraagd is uitgevoerd eerst in dupliek heeft ingenomen en gesteld noch gebleken is dat hij dit niet al bij conclusie van antwoord naar voren had kunnen brengen. De standpuntwijziging van de vervoerder is daarom tardief.
5.3.
Gelet op het voorgaande gaat de kantonrechter ervan uit dat de vlucht is geannuleerd. Nu gesteld, noch gebleken is dat de vervoerder zich kan beroepen op artikel 5, eerste lid, onder c sub i, ii of iii van de Verordening, geldt er in beginsel een compensatieplicht voor de vervoerder. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. De vervoerder heeft geen beroep gedaan op een buitengewone omstandigheid als hiervoor bedoeld. Op grond van artikel 5 lid 3 in samenhang met artikel 7 van de Verordening heeft AirHelp zodoende recht op compensatie. Het betoog van de vervoerder dat de passagier met de alternatieve vlucht met een vertraging van minder dan 3 uur op de eindbestemming is aangekomen, kan aan het voorgaande niet afdoen. Uit de Verordening en de jurisprudentie van het Hof volgt dat een vertraging van meer dan 3 uur geen vereiste is om aanspraak te maken op compensatie, indien er geen buitengewone omstandigheid aan de annulering ten grondslag heeft gelegen. De gevorderde hoofdsom is daarom toewijsbaar. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is eveneens toewijsbaar.
5.4.
Ten aanzien van de vraag of de vervoerder rauwelijks is gedagvaard, wordt als volgt overwogen. AirHelp heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat de aanmaning van 24 maart 2020 namens de passagier is verstuurd, waarbij mr. D.E. Lof (destijds) van Lof Advocatuur handelde namens de passagier. Voorts staat als onweersproken vast dat mr. D.E. Lof daartoe niet gemachtigd was, omdat AirHelp op dat moment eigenaar was van het vorderingsrecht. De omstandigheid dat de ‘letter before action’ is verstuurd vanaf een algemeen AirHelp-adres doet daar niets aan af. Het voorgaande betekent dat de aanmaning door de verkeerde partij aan de vervoerder is verzonden. Het had op de weg van AirHelp gelegen om de vervoerder een (juiste) aanmaning namens de (juiste) eisende partij te sturen voordat de gerechtelijke procedure werd opgestart. De kantonrechter oordeelt dat AirHelp door zijn werkwijze en proceshouding, waarbij AirHelp op geen enkele wijze heeft getracht om eerst op een minnelijke wijze tot beëindiging van het geschil te komen, de vervoerder niet in de gelegenheid heeft gesteld om de zaak (eventueel) buiten rechte te kunnen afdoen en de vervoerder dus rauwelijks is gedagvaard. AirHelp meent dat de vervoerder de onderhavige procedure had kunnen voorkomen door (positief) te reageren op de aanmaning. De kantonrechter volgt AirHelp hierin niet. Naar het oordeel van de kantonrechter kan van de vervoerder niet worden verwacht dat hij in de buitengerechtelijke procedure waarin de vraag of AirHelp, dan wel diens gemachtigde, over het vermeende vorderingsrecht, dan wel een rechtsgeldige volmacht, beschikt, nog niet is beantwoord, het recht op compensatie erkent om onderhavige procedure te voorkomen. De kantonrechter ziet gelet op het voorgaande aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan AirHelp van € 600,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2020 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
6.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat ieder partij de eigen kosten draagt;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter