Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 24 januari 2023, waarbij door [gedaagde/eiser] pleitaantekeningen zijn overlegd.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft gedaagde zijn huurwoning en garage in gebruik gegeven aan zijn zoon, eiser. Na het beëindigen van dit gebruik ontstond er een geschil over de afgifte van spullen uit de woning en garage. De voorzieningenrechter heeft de vordering tot afgifte van bepaalde spullen aan eiser gedeeltelijk toegewezen, omdat voldoende aannemelijk was dat eiser recht had op die spullen. Voor andere spullen was dat niet duidelijk, en de overige vorderingen van eiser werden afgewezen omdat verder onderzoek in dit kort geding niet mogelijk was. De tegenvordering van gedaagde tot schadevergoeding werd afgewezen, omdat het spoedeisend belang niet was toegelicht. De uitspraak vond plaats op 8 februari 2023 in Haarlem, waarbij de voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde de goederen binnen twee weken moest restituerend, op straffe van een dwangsom. De proceskosten werden gecompenseerd, gezien de familieband tussen partijen.