ECLI:NL:RBNHO:2023:1776
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in steekincident met ernstig letsel aan het oog
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 februari 2023 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer, waarbij het slachtoffer zijn oog heeft verloren door een steekincident. Het incident vond plaats in de nacht van 14 op 15 maart 2020 tijdens een feest in Vijfhuizen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van getuigen waren inconsistent en er was geen forensisch bewijs dat de verdachte als dader kon identificeren. De rechtbank concludeert dat de betrokkenheid van de verdachte niet met de vereiste mate van zekerheid kan worden vastgesteld, waardoor de verdachte van alle tenlasteleggingen werd vrijgesproken.
De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit en een gevangenisstraf van 28 maanden geëist. De verdediging pleitte voor vrijspraak. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, tot schadevergoeding van € 117.482,08 afgewezen, omdat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend was bewezen. De rechtbank heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak is behandeld op de openbare terechtzitting van 19 januari 2023, waar de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren, evenals de officier van justitie.