Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser/gedaagde1],
[eiser/gedaagde2],
[gedaagde/eiser2],
2.De procedure
- het door deze rechtbank op 19 januari 2022 tussen [eiser/gedaagde1] c.s. en [gedaagde/eiser2] Beheer c.s. bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer C/15/323325 / HA ZA 21-665 (hierna ook: het verstekvonnis) en de daarin genoemde stukken;
- het door de kantonrechter van deze rechtbank op 13 juli 2022 gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer 9936860 CV EXPL 22-3510 en de daarin genoemde stukken, waarin de kantonrechter zich onbevoegd heeft verklaard en de zaak heeft verwezen in de stand waarin deze zich bevindt naar de sectie Handel en Insolventie van deze rechtbank, locatie Haarlem;
- het door deze rechtbank op 14 december 2022 gewezen tussenvonnis en de daarin genoemde stukken;
- de brief van 17 januari 2023 van de zijde van [eiser/gedaagde1] c.s. met productie 33;
- de mondelinge behandeling van 23 januari 2023;
- de akte overlegging producties van 23 januari 2023 van de zijde van [gedaagde/eiser2] Beheer c.s. met producties 14 tot en met 22;
- de pleitaantekeningen van de zijde van [eiser/gedaagde1] c.s.;
- de spreekaantekeningen van de zijde van [gedaagde/eiser2] Beheer c.s..
3.Feiten
‘Termijn 1, 10% bij ondertekening van de opdracht. (…) Na overleg met u na de dreigementen van Dhr. [A.] om het contract te ontbinden, zetten wij alles om naar [gedaagde/eiser2] bouwgroep’. [eiser/gedaagde1] c.s. betalen de factuur op 11 april 2018.
‘Overname van een aannemersovereenkomst’, verstrekt [gedaagde/eiser2] Beheer onder het kopje
‘Aanneemsom’een prijsopgave voor de bouw van de nieuwbouwwoning. Deze bedraagt € 178.958,33 exclusief BTW en € 216.539,58 inclusief BTW. Daarbij vermeldt [gedaagde/eiser2] Beheer verder:
Zodat we hier op kunnen reageren, en de aanvullingen in 1 keer kunnen verzenden. De tekening waar ze naar vragen in het overzicht die zal ik voor de zekerheid moeten nachecken bij de constructeur.’, aldus nog steeds [C.].
dit uit handen nemen’ en verzoekt om in de cc te worden geplaatst wanneer de aanvullende stukken worden verstuurd naar [B.].
‘2, termijn 15% van de aanneemsom bij aanvang heiwerk’. [eiser/gedaagde1] c.s. betalen de factuur op 22 mei 2018.
”/ binnen de termijn die correspondeert met “na het ondertekenen van het aannemingsovereenkomst
” werkbare werkdagen. Deze datum van oplevering / termijn geldt derhalve als ‘fatale datum’/‘fatale termijn’. Deze gaat in na gereed begaande grondvloer Met een werkplanning.
Over de voor de opzet van het werk benodigde gegevens, en goedkeuringen (zoals vergunningen, ontheffingen en beschikkingen enz.) zo nodig in overleg met [gedaagde/eiser2] Beheer B.V.
‘3e termijn 10% van de aanneemsom bij gereedkomen van heiwerk, fundering en ruwe begaande grondvloer’.
‘4, termijn 15% van de aanneemsom bij gereedkomen ruwe 1e verdiepingsvloer’. Bij e-mail van 24 oktober 2018 schrijft [C.] namens [gedaagde/eiser2] Beheer aan [eiser/gedaagde1] over deze factuur:
‘Het is echt van belang dat deze snel word afgehandeld, zodat we door kunnen’[eiser/gedaagde1] c.s. betalen de factuur vervolgens op 25 [naar de rechtbank begrijpt] oktober 2018.
‘de grote prijsstijgingen die de leveranciers weer opvoeren in 2019’en factureert zij aan [eiser/gedaagde1] c.s. een bedrag van € 21.653,92 inclusief BTW. Dit is factuur ‘2018-12-029’ met als omschrijving van de werkzaamheden
‘5, termijn 10% van de aanneemsom bij gereedkomen ruwe 2e verdiepingsvloer’. [eiser/gedaagde1] c.s. betalen de factuur op 20 december 2018.
‘Een maand geleden hebben we aan tafel gezeten over de situatie van [A.] [[A.], rechtbank] en over de voortgang van onze kavel. (…) En als we eerlijk mogen zijn vinden we het wel erg lang duren. Zouden we hier een update over kunnen krijgen? Zoals we destijds hebben aangegeven, we betalen nu een jaar lang dubbele lasten. Dit kunnen we niet lager meer volhouden.’
- Paalwapening
- Wapening begane grondvloer
- Wapening verdiepingsvloer
- Ankerplan
- Staalconstructie.’
al hebben gemeld zijn we niet tevreden over de voortgang, zie whatsapp berichten. Als je verzuimt door ziekte of andere redenen dan heb je personeel in dienst om dit verder op te pakken. Sinds het begin zien we dit telkens weer terugkomen. Het kan niet zo zijn dat wij totaal afhankelijk zijn van [gedaagde/eiser2].
om het huis woonklaar te krijgen op 16 september 2021, maar we zijn bang dat [gedaagde/eiser2] dit niet gaat redden aangezien [gedaagde/eiser2] vaak op andere projecten werkzaam is of verzuimt door ziekte en/of door andere lichamelijke klachten.’
‘naar gebreken en stand van zaken bouwwerkzaamheden nieuwbouwwoning’. Op 19 mei 2021 verricht [G.] onderzoek aan de nieuwbouwwoning. In zijn rapport van 12 juli 2021 (hierna ook: het rapport van Top Expertise) concludeert [G.] onder meer:
- Maatvoering, uitzetten bouwkuip;
- Grondwerk, ontgraven bouwput;
- Fundering, heipalen, prefab funderingsbalken;
- Riolering en leidingwerk onder vloer;
- PS-combinatievloer begane grond;
- Kalkzandsteen binnenspouwbladen en binnenwanden;
- Betonlateien;
- Staalconstructie;
- Steigerwerk;
- Kanaalplaatvloer 1e verdieping;
- Kanaalplaatvloer 2e verdieping;
- Houten stelkozijnen.
Plafonds:
- voor recht verklaart dat [eiser/gedaagde1] c.s. de aanneemovereenkomst met [gedaagde/eiser2] Beheer terecht heeft ontbonden en voorts dat [gedaagde/eiser2] Beheer aansprakelijk is uit hoofde van onrechtmatige daad en/of onverschuldigde betaling,
- bepaalt dat [gedaagde/eiser2] Beheer uit hoofde van toerekenbare tekortkoming en/of uit hoofde van onrechtmatige daad of onverschuldigde betaling aan [eiser/gedaagde1] c.s. moet voldoen ten titel van voorschot € 100.000,00, althans een door de rechtbank toe te wijzen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van de inleidende dagvaarding,
- (gelijk in rang) bepaalt dat [gedaagde/eiser2] uit hoofde van onrechtmatige daad aan [eiser/gedaagde1] c.s. moet voldoen ten titel van voorschot € 100.000,00, althans een door de rechtbank toe te wijzen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van de inleidende dagvaarding, met dien verstande dat [gedaagde/eiser2] niet gehouden is te voldoen indien en voor zover [gedaagde/eiser2] Beheer zal hebben betaald,
- de procedure verwijst naar de schadestaat procedure voor verdere schadeafhandeling,
- [gedaagde/eiser2] Beheer c.s. veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dagtekening van het vonnis, als ook in de nakosten.
5.De beoordeling
Ontvankelijkheid; [gedaagde/eiser2] Beheer c.s. zijn tijdig in verzet gekomen
Geen termijn overeengekomen van 180 (werkbare werk-) dagen na 3 augustus 2018
‘3e termijn 10% aanneemsom bij gereedkomen van heiwerk, fundering en ruwe begaande grondvloer’conform het betalingsschema uit artikel 2c. van de aanneemovereenkomst. Volgens [eiser/gedaagde1] c.s. geeft [gedaagde/eiser2] Beheer met deze facturatie te kennen dat de ruwe begane grondvloer gereed was gekomen zodat [eiser/gedaagde1] c.s. er dus vervolgens gerechtvaardigd van uit mochten gaan dat de woning één jaar na 3 augustus 2018 opgeleverd zou worden.
Werkzaamheden ondanks ingebrekestellingen niet hervat en voltooid; geen tekortkoming van [eiser/gedaagde1] c.s., [gedaagde/eiser2] Beheer kan geen beroep op opschorting doen en de tekortkoming is aan [gedaagde/eiser2] Beheer toerekenbaar.
odat we hier op kunnen reageren, en de aanvullingen in 1 keer kunnen verzenden’. [eiser/gedaagde1] geeft daarna aan blij te zijn te horen dat [gedaagde/eiser2] en [C.] ‘
dit uit handen nemen’ en verzoekt om in de cc te worden geplaatst wanneer de aanvullende stukken worden verstuurd naar [B.]. Na deze e-mailcorrespondentie mocht [eiser/gedaagde1] c.s. er dus vanuit gaan dat [gedaagde/eiser2] Beheer de benodigde aanvullende stukken zou aanleveren. Dat [gedaagde/eiser2] Beheer niet als gemachtigde in OLO stond doet hier niet aan af. Dit aspect had [eiser/gedaagde1] immers afgekaart met [B.] en bovendien had hij [gedaagde/eiser2] Beheer hiervan op de hoogte gesteld, zoals blijkt uit de 3.14 tot en met 3.18 aangehaalde e-mailcorrespondentie.
nalatigis geweest, maar hiermee doelt hij op het niet intrekken van de machtiging aan [A.] in OLO. [eiser/gedaagde1] erkent dus geen nalatigheid ten opzichte van [gedaagde/eiser2] Beheer in het kader van de overeenkomst. Voor zover [gedaagde/eiser2] Beheer c.s. bedoelen te betogen dat [gedaagde/eiser2] Beheer afhankelijk was van door [eiser/gedaagde1] c.s. aan [gedaagde/eiser2] Beheer aan te leveren stukken, gaat ook dit betoog niet op nu [gedaagde/eiser2] Beheer gedurende de bouw verschillende redenen voor vertraging heeft aangevoerd, zoals een coronabesmetting, maar nooit (aantoonbaar) om specifieke stukken aan [eiser/gedaagde1] c.s. heeft gevraagd. Gelet op de verplichtingen van [gedaagde/eiser2] Beheer uit hoofde van de aannemingsovereenkomst had het op de weg van [gedaagde/eiser2] Beheer gelegen bij [eiser/gedaagde1] c.s. aan de bel te trekken indien [gedaagde/eiser2] Beheer nog stukken van [eiser/gedaagde1] c.s. nodig zou hebben. Pas in zijn brief van 17 april 2021, meer dan een jaar na het einde van de bouwstop en het hervatten van de werkzaamheden, beroept [gedaagde/eiser2] zich erop dat de vergunningen niet in orde zouden zijn geweest.
Verrekening
Eigen schuld
in aanvraagstaat, hadden [eiser/gedaagde1] c.s. moeten begrijpen dat [gedaagde/eiser2] Beheer dus nog geen lid was.
op aandringenvan [gedaagde/eiser2] facturen prematuur hebben betaald. Ter zitting is vast komen te staan dat ten tijde van het versturen van factuur ‘2018-08-022’ met als omschrijving van de werkzaamheden
‘3e termijn 10% aanneemsom bij gereedkomen van heiwerk, fundering en ruwe begaande grondvloer’op 3 augustus 2018, de ruwe begane grondvloer nog niet was gestort. Dit is pas op 16 november 2018 gebeurd. Ook blijkt uit de e-mailcorrespondentie van 19 en 20 december 2018 dat de 5e betalingstermijn – met toestemming van [eiser/gedaagde1] c.s. – prematuur is gefactureerd. In zoverre wordt dus erkend dat de facturatie vanaf 3 augustus 2018 uit de pas liep met de voortgang van de bouw. Het betalingsschema is per 30 april 2019 losgelaten. [eiser/gedaagde1] c.s. zijn toen leveranciers en/of (onder)aannemers rechtstreeks gaan betalen. [eiser/gedaagde1] c.s. voelden zich bij dit alles onder druk gezet door mededelingen van [gedaagde/eiser2] Beheer c.s. dat de bouw vertraging zou oplopen indien [eiser/gedaagde1] c.s. niet zouden betalen, de door [gedaagde/eiser2] Beheer c.s. aangekondigde prijsstijgingen en het op de bankrekening van [gedaagde/eiser2] Beheer gelegde beslag. Feitelijk hebben [eiser/gedaagde1] c.s. door de rechtstreekse betalingen aan onderaannemers en/of leveranciers bovendien dubbel betaald voor het door [gedaagde/eiser2] Beheer geleverde werk. Vast staat immers dat [eiser/gedaagde1] c.s. bijna de volledige aanneemsom hebben betaald, terwijl de nieuwbouwwoning verre van afgebouwd is. Bovendien liepen [eiser/gedaagde1] c.s. op het moment dat zij leveranciers en/of onderaannemers rechtsreeks gingen betalen al voor op het betalingsschema uit de overeenkomst. Het verweer dat de aanneemsom was verlaten nadat [eiser/gedaagde1] c.s. vier termijnfacturen van [gedaagde/eiser2] Beheer hebben betaald en dat de rechtstreekse betalingen zijn aan te merken als meerwerk gaat gelet op hetgeen onder 5.17 is overwogen niet op.
6.De beslissing
29 maart 2023voor het nemen van een akte door [eiser/gedaagde1] c.s. waarin zij zich nader uitlaten als vermeld onder 5.15, 5.22 en 5.26,