ECLI:NL:RBNHO:2023:1839

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
9577880 \ CV EXPL 21-8276
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht en rechtsgeldige overdracht van vorderingsrecht

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O., vertegenwoordigd door mr. H. Bulut-Yazir, wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst met de vervoerder voor een vlucht van Amsterdam naar Denpasar Bali, die op 15 februari 2020 met meer dan drie uur vertraging is uitgevoerd. AirHelp vorderde een compensatie van € 600,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, maar de vervoerder betwistte de vordering en stelde dat de passagier haar vordering niet rechtsgeldig had overgedragen aan AirHelp.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de overdracht van het vorderingsrecht op 18 november 2021 rechtsgeldig was. De kantonrechter oordeelde dat AirHelp recht had op een compensatie, maar dat deze gehalveerd moest worden tot € 300,00, omdat de vertraging minder dan vier uur bedroeg. De kantonrechter oordeelde ook dat AirHelp de vervoerder rauwelijks had gedagvaard, omdat de aanmaning niet correct was verzonden. Hierdoor werden de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Uiteindelijk werd de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 300,00 aan AirHelp, vermeerderd met wettelijke rente, en werd het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.N. Schipper op 1 februari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9577880 \ CV EXPL 21-8276 (RH)
Uitspraakdatum: 1 februari 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiser
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara (Turkije)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. H. Bulut-Yazir (AdvocatenvanOranje)

1.Het procesverloop

1.1.
AirHelp heeft bij dagvaarding van 24 november 2021 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
AirHelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[de passagier] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier op 15 februari 2020 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport, via Istanbul Havalimani, Istanbul (Turkije), naar Ngurah Rai Airport, Denpasar Bali (Indonesië).
2.2.
De vlucht van Istanbul naar Denpasar Bali, met vluchtnummer TK66 (hierna: de vlucht) is vertraagd uitgevoerd, waardoor de passagier met meer dan drie uur vertraging op de eindbestemming is aangekomen.
2.3.
AirHelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
AirHelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de compensatie te voldoen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering. Hij voert aan dat de passagier haar vordering heeft overdragen middels een ‘assignment form’, ondertekend op 18 november 2021 en dat de ‘Letter Before Action’ van 19 maart 2020 namens de passagier door mr. D.E. Lof aan de vervoerder is verzonden. Ten tijde van het verzenden van deze aanmaning had mr. D.E. Lof geen volmacht van de passagier of van AirHelp om de claim te eisen AirHelp heeft daarom zonder (rechtsgeldige) aanmaning het compensatiebedrag van de vervoerder gevorderd, hetgeen inhoudt dat de vervoerder rauwelijks is gedagvaard. Hierdoor zijn de elementaire beginselen van het procesrecht geschonden. De vervoerder meent dat AirHelp om deze reden niet-ontvankelijk is in zijn vordering, dan wel dat de vordering van AirHelp dient te worden afgewezen.
4.2.
Daarnaast voert de vervoerder aan dat de hoogte van de compensatie op grond van artikel 7 lid 2 van de Verordening gehalveerd dient te worden, nu de vertraging van de passagier op de eindbestemming slechts 3 uur en 43 minuten bedroeg.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
De vervoerder heeft als primair verweer aangevoerd dat AirHelp niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vordering, dan wel AirHelp de vordering dient te worden ontzegd. De kantonrechter begrijpt dat de vervoerder bedoelt dat AirHelp geen vorderingsrecht toekomt, nu de passagier het vorderingsrecht niet op rechtsgeldige wijze aan hem zou hebben overgedragen. De kantonrechter is echter van oordeel dat het vorderingsrecht op 18 november 2021 door de passagier, door ondertekening van het als productie 3 bij dagvaarding overgelegde “Assignment Form”, is overgedragen aan AirHelp, waardoor dit verweer van de vervoerder geen stand houdt.
5.3.
Aangezien AirHelp zich niet verzet tegen een verlaging van de compensatie van 50%, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom tot een bedrag van € 300,00 worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.4.
Ten aanzien van de vraag of de vervoerder rauwelijks is gedagvaard, wordt als volgt overwogen. AirHelp heeft onvoldoende onderbouwd dat de aanmaning van 19 maart 2020 ook mede namens AirHelp is verstuurd. Het voorgaande betekent dat de aanmaning door de verkeerde partij aan de vervoerder is verzonden. Niet gebleken is dat AirHelp nadat het vorderingsrecht aan hem is overgedragen nogmaals een aanmaning heeft gestuurd. Het had op de weg van AirHelp gelegen om de vervoerder een (juiste) aanmaning namens de (juiste) eisende partij te sturen voordat de gerechtelijke procedure werd opgestart. De kantonrechter oordeelt dat AirHelp door zijn werkwijze en proceshouding, waarbij AirHelp op geen enkele wijze heeft getracht om eerst op een minnelijke wijze tot beëindiging van het geschil te komen, de vervoerder niet in de gelegenheid heeft gesteld om de zaak (eventueel) buiten rechte te kunnen afdoen en de vervoerder dus rauwelijks is gedagvaard.
5.5.
De kantonrechter ziet gelet op het voorgaande aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan AirHelp van € 300,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2020 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
6.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter